Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

‘Weinig oog voor belang betrokken vaderschap’

‘De bewijzen dat vaders belangrijk zijn voor de ontwikkeling van een kind stapelen zich op, maar we doen er weinig mee’, zegt Renske Keizer. Begin deze maand is ze benoemd tot bijzonder hoogleraar Pedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Ik wil strijden voor een betere positie van vaders.’
‘Weinig oog voor belang betrokken vaderschap’

‘Kinderen van betrokken vaders zijn gelukkiger’, zegt Renske Keizer, bijzonder hoogleraar Pedagogiek. ‘Ze doen het beter op school, vertonen minder probleem- en spijbelgedrag en zijn socialer. Moeders zijn liever, terwijl vaders vaker stoeien. Daardoor leren kinderen in een veilige omgeving hun grenzen kennen en kunnen ze beter omgaan met agressie.’

 

Toch wordt het vaders niet makkelijk gemaakt om bij hun gezin te zijn. De Nederlandse cultuur is volgens Keizer veel meer op moeders gericht en wat dat betreft nog erg traditioneel.  Een cultuuromslag en het aanpassen van het beleid en de wetgeving zijn het belangrijkste, maar in de zorg valt er ook iets te winnen voor vaders. ‘De meeste verloskundigen hebben bijvoorbeeld enkel aandacht voor de vrouw. Die aandacht is natuurlijk noodzakelijk, maar vergeet de aanstaande vader niet. Betrek hem erbij. Vraag ook aan hem hoe het gaat. Toen ik zwanger was, werd alleen ik aangesproken. Mijn man zei achteraf: “Ik had net zo goed niet mee kunnen gaan.”’

 

‘Maak het daarnaast mogelijk voor een aanstaande vader om mee te gaan naar afspraken. Als een vrouw zwanger is, ziet ze de huisarts en verloskundige vaak overdag. Vanwege zijn werk is het moeilijker voor een aanstaande vader om daar bij te zijn. Daarom is het beter als een praktijk ook ’s avonds is geopend.’

 

Verlof en scheiding

Anderhalf jaar geleden adviseerde de Europese Commissie om vaders bij de geboorte van een kind twee weken betaald verlof te geven. Veel landen hebben dit advies opgevolgd, maar Nederland niet. ‘Het Nederlandse beleid stimuleert betrokken vaderschap niet’, zegt Keizer. ‘Natuurlijk kost een langer verlof geld, maar ik geloof dat die investering zich terugverdient. De overheid geeft dan het signaal af dat vaders belangrijk zijn bij de opvoeding. En als een vader meer thuis is, ontwikkelt een kind zich beter, kunnen moeders meer werken en krijgt de overheid zijn investering terug in de vorm van meer inkomstenbelasting.’
 

‘Nu krijgt een vader slechts twee dagen betaald verlof. Daarmee zegt de overheid eigenlijk: “De man is belangrijk bij de geboorte en het doen van aangifte van het kind. Maar ga daarna maar weer aan het werk.” Werkgevers worden beïnvloed door dit beeld. Zij zien vaders die meer bij hun gezin willen zijn als minder loyaal. Uit onderzoek blijkt dat mannen die een dag thuis zijn bij de kinderen daarom minder snel promotie maken. In andere landen is dat anders. Ook zou er meer acceptatie moeten zijn voor een 36-urige werkweek in plaats van een week van 40 uur.’

 

Die opvattingen van werkgevers moeten dus veranderen en volgens Keizer begint dat bij de overheid. ‘Werkgevers zijn huiverig om vaders verlof te geven, ook omdat het veel geld kost om deze werknemers te vervangen. De overheid zou geld moeten vrijmaken om het verlof van vaders in alle sectoren, dus niet alleen bij de overheid, te financieren.’ In andere landen gebeurt dat al. In Scandinavië krijgen vaders drie maanden vaderschapsverlof. 96 procent maakt daar gebruik van. Keizer vindt dat we hier een voorbeeld aan kunnen nemen. 30 procent van de Nederlandse vaders geeft namelijk aan meer tijd met hun kinderen te willen doorbrengen, maar dit niet te doen vanwege financiële overwegingen.

 

Daarnaast is er volgens Keizer winst te behalen op het gebied van scheidingen. ‘In Nederland worden de meeste kinderen nog toegewezen aan de moeder. Maar waarom eigenlijk? In België is co-ouderschap de standaard.’ Keizer benadrukt dat ze gezinnen niets wil verplichten. ‘Natuurlijk maakt iedereen zijn of haar eigen keuzes. Ik wil moeders niet dwingen om meer te gaan werken of vaders om meer te zorgen. Maar ik wil wel dat er meer mogelijkheden voor vaders zijn om tijd met hun gezin door te brengen.’

 

Meer aandacht

Dat de universiteit van Amsterdam een leerstoel aan het onderwerp wijdt, betekent in elk geval dat er meer aandacht voor het onderwerp is. ‘Vroeger werd aangenomen dat de moeder de belangrijkste opvoeder was en dat zij de grootste invloed had op de ontwikkeling van de kinderen. Maar door de toename van het aantal echtscheidingen, en daarmee de observatie dat het opgroeien zonder vader negatieve consequenties met zich meebrengt,  kwam er meer wetenschappelijke aandacht voor  de rol van de vader. Er werden allerlei onderzoeken gedaan naar de invloed van vaders op hun kinderen. En naarmate bleek dat die invloed groot was, werd vaderschap een steeds belangrijker terrein van onderzoek.’

 

‘Als bijzonder hoogleraar vaderschap wil ik in de eerste plaats meer onderzoek doen naar de rol van een vader. Het meeste van wat we weten over vaderschap komt uit het buitenland. We weten nog weinig over de Nederlandse situatie. Wat is de rol en invloed van een Nederlandse vader op de ontwikkeling van zijn kinderen?  Het kan bijvoorbeeld zijn dat een betrokken vader de taalontwikkeling van een kind stimuleert, omdat hij meer actieve werkwoorden gebruikt en abstractere zinnen maakt dan de moeder. Ik wil ontdekken of dat ook echt zo is. Daarnaast wil ik informatie en voorlichting geven over het belang van vaderschap; en met name het verschil tussen wetenschappelijke kennis en de Nederlandse praktijk aankaarten

 

Renske Keizer (1983) heeft onder andere onderzoek gedaan naar kinderloosheid. Daaruit bleek dat mannen zonder kinderen iets minder gelukkig zijn en minder stress ervaren dan vaders. Aan de andere kant verdienen vaders wel meer dan kinderloze mannen. Ook zijn vaders meer maatschappelijk betrokken. Keizer is associate professor aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en sinds kort bijzonder hoogleraar Pedagogiek, in het bijzonder de rol van vaderschap, aan de UvA.



Naar homepage


Kirsten Ronda,