
Via onder andere een enquête onder meer dan 9000 Nederlandse mannen in de leeftijd van 18 tot en met 80 jaar, onderzochten ze hoeveel plegers van TSK er zijn en wat hun kenmerken zijn. Daarnaast is dit onderzoek specifiek gericht op de risicotaxatie bij deze groep. Hoe kan op een effectieve en verantwoorde manier worden ingeschat welke daders een hoog risico hebben om opnieuw in de fout te gaan? En tegen welke knelpunten lopen professionals aan bij het monitoren van deze groep?
Lees hier het volledige rapport.
Gebrekkig zicht op plegers
Seksueel kindermisbruik is strafbaar, ook als dit door Nederlanders in het buitenland wordt gepleegd. Door de lage pakkans hebben Nederlandse autoriteiten weinig zicht op TSK-plegers. Daardoor is er te weinig informatie beschikbaar voor betrouwbare risicotaxatie, wat de monitoringtaak van de politie en toezicht door reclassering bemoeilijkt. Bij (vermoedens van) TSK vindt de inschatting van risico’s vaak niet, of niet door daarvoor opgeleide experts, plaats. Als gevolg hiervan is het niet mogelijk de beschikbare instrumenten en maatregelen in te zetten om herhaald TSK tegen te gaan. Dit verlaagt weer de pakkans en houdt een vicieuze cirkel in stand waarin geen zicht kan worden gekregen op plegers van TSK.