Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

‘Verplichte beroepsregistratie is garantie vakbekwaamheid jeugdzorgwerker’

Een verplichte beroepsregistratie en herregistraties garanderen een minimumniveau aan vakbekwaamheid van professionals in de jeugdzorg.

Dat zei Flip Dronkers bij de presentatie van het eindrapport Actieplan Professionalisering Jeugdzorg in Perscentrum Nieuwspoort in Den Haag op 15 oktober.

Beroepscode en tuchtrecht
Dronkers, voorzitter van de sectie Jeugd van het NIP (Nederlands Instituut van Psychologen), was voorzitter van de begeleidingscommissie van een van de deelprojecten van het Actieplan Professionalisering Jeugdzorg: Beroepscode en tuchtrecht voor medewerkers in de jeugdzorg.
De neerslag van het werk binnen dat deelproject vormt het rapport Op het goede spoor. Het is het laatste (deel)rapport van het Actieplan dat af is gekomen en ook op 15 oktober is gepresenteerd. In het deelproject participeerden de beroepsverenigingen NIP (Nederlands Instituut van Psychologen), NVO (Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen), NVMW (Nederlandse vereniging van maatschappelijk werkers en PHORZA (beroepsvereniging voor sociaal agogisch werkenden).

Goede gereedschap
‘De professional moet weer centraal komen te staan in de jeugdzorg en niet de structuur ervan, niet de regels’, zei Dronkers tijdens de presentatie. ‘Dat wil overigens niet zeggen dat als je die professional maar de ruimte geeft, het vanzelf goed komt. Wil een professional werkelijk het verschil kunnen maken dan zal hij ten eerste vakbekwaam moeten zijn. Ten tweede zal hij over het goede gereedschap moeten beschikken. En ten derde in beroepsethische zin goed moeten zijn gekaderd’ (via beroepscode en tuchtrecht, O.S.).

Snelle invoering
De schrijvers van Op het goede spoor doen tal van aanbevelingen die de jeugdzorg en daarmee de dienstverlening aan cliënten moeten verbeteren. De aanbevelingen zijn gecentreerd rond zes actoren die een rol spelen in de jeugdzorg: cliënten, professionals, beroepsverenigingen, werkgevers en overheid. Wat de rol van die laatstgenoemde actor betreft: het rapport dringt aan op een snelle invoering van een wettelijk verplichte beroepsregistratie in de jeugdzorg. Dronkers: ‘Door het verplichtstellen van een beroepsregistratie en een herregistratie, garanderen we straks een minimumniveau aan vakbekwaamheid van professionals in jeugdzorg.’

Revolutie
Volgens Dronkers voltrekt zich met de uitvoering van de beoogde maatregelen uit het Actieplan een revolutie in de jeugdzorg. ‘Het werk van de jeugdzorgwerker zal niet meer hetzelfde zijn.’ Hij hamerde op het belang om de voorgestelde maatregelen uit het actieplan – waaronder de verplichte registratie en de invoering van beroepscodes en tuchtrecht in de jeugdzorg – goed uit te leggen aan de professionals in de sector. ‘We moeten voorkomen dat dit straks wordt ervaren als de zoveelste oekaze die van bovenaf over werkers wordt uitgestort: “help, nog meer regels waar we ons aan moeten houden”. ‘Terwijl we in werkelijkheid goed nieuws hebben te vertellen’, vervolgde Dronkers: “beste professional, jij komt weer centraal te staan en niet de regels in de jeugdzorg. Jij krijgt weer ruimte en positie in de jeugdzorg. De professional maakt immers het verschil. Maar dat betekent tegelijkertijd op jou de verantwoordelijk rust om dit waar te maken. En daarbij gaan we je de komende jaren ondersteunen”.’

Beter opgeleide professionals
Met de presentatie van het eindrapport Actieplan Professionalisering Jeugdzorg komt een einde aan drie jaar werk in verschillende deelprojecten. In juli 2007 startte het actieplan dat als doel had om van werkers in de jeugdzorg betere en beter opgeleide professionals te maken, om de organisatie en de status van het beroep te verhogen en om uiteindelijk de dienstverlening aan cliënten te verbeteren.

Rood strikje
Ella Kalsbeek, voorzitter van de stuurgroep van het Actieplan overhandigde het eindrapport Actieplan Professionalisering Jeugdzorg aan Pierre Heijnen, lid van de Tweede Kamer (PvdA) en voorzitter van de Algemene commissie voor Jeugd en Gezin en Léon Wever, directeur Jeugdzorg programmaministerie voor Jeugd en Gezin. Het resultaat van drie jaar noeste arbeid door de stuurgroep en leden van diverse deelprojecten: een stapel rapporten, met een rood strikje eromheen, in dank aanvaard door Heijnen en Wever.

Klik hier om naar de NJi-site te gaan voor meer informatie over het Actieplan en de verschillende deelprojecten.



Naar homepage


Olaf Stomp,

Relevante categorieën: