Dat concludeert Marrigo Teeuwen. Zij is sociologe en werkzaam aan de Universiteit van Amsterdam. Teeuwen onderzocht 120 reclasseringsdossiers van licht verstandelijke gehandicapte jongeren. Daarnaast interviewde ze jeugdreclasseringswerkers, politiefunctionarissen, officieren van justitie en kinderrechters. Haar bevindingen schreef ze op in het boek Verraderlijk gewoon dat vandaag is gepresenteerd.
Aantal
Het precieze aandeel van LVG-jongeren in criminaliteit is niet duidelijk. Daarvan worden geen registraties bijgehouden. Volgens de geïnterviewden ligt dat tussen de 30 en 50 procent, met een uitschieter naar 70 procent.
Risicofactoren
Teeuwen onderzocht ook de risicofactoren voor LVG’ers rond justitiecontacten. Een belangrijke is de overvraging van deze groep. Op school, thuis en gedurende stages worden deze jongeren overvraagd omdat hun verstandelijke beperking te weinig wordt onderkend.
Een andere risicofactor is vrije tijd. Ze hebben weinig omhanden bij gebrek aan lidmaatschap van een vereniging of omdat ze geen hobby hebben.
Als tegenhanger van deze factoren noemt Teeuwen monitorende ouders, positieve invulling van vrije tijd inclusief de ondersteuning van deze activiteiten.
Aanbevelingen
Volgens Teeuwen is er veel meer begeleiding en ondersteuning nodig van LVG-jongeren.
Verder pleit ze voor het inzetten van mentoren en buddy’s voor zowel ouders als jongeren tijdens hun adolescentie.
Ook vindt de sociologe dat voor AWBZ-zorg niet de IQ-grenzen als uitgangspunt voor zorg moet worden genomen maar de mate van sociale en emotionele redzaamheid van deze jongeren.
Klik hieronder voor meer informatie over het boek:
Verraderlijk gewoon










