Gemeenten gaan steeds meer op de stoel van de hulpverlener zitten. Maar omdat ze het financiële belang boven het belang van het kind stellen, krijgen kinderen niet de hulp die ze nodig hebben én ontstaan er wachtlijsten. Dat constateert Kinderombudsman Marc Dullaert in de rapportage ‘De zorg waar ze recht op hebben’. Dullaert: 'Er worden bewust afwegingen gemaakt die ten koste gaan van kinderen.'

Belang van het kind

De Kinderombudsman concludeert in het tweede onderzoek naar de effecten van de overgang van de jeugdzorg naar gemeenten dat gemeenten steeds vaker invloed uitoefenen op de hulp die kinderen ontvangen. Ze krijgen dan de hulp die beschikbaar is 'en dat is niet altijd hetzelfde traject als de specialist heeft voorgeschreven'. Dullaert verwerpt de inzet van gemeenten om financiële belangen zwaarder te laten wegen dan de belangen van het kind.

Bureaucratie

Verder is de jeugdzorg nog steeds doorspekt van bureaucratie, volgens de ombudsman. 'Het vaststellen van de hulp voor een kind kost vaak veel tijd. Gemeenten steggelen onderling over bij welke gemeente een kind hoort. Of discussiëren met instanties over de vraag onder welke wetgeving het kind valt en uit welk potje de hulp moet worden betaald. Ook zijn er nog opstartproblemen en wachtlijsten. Wachtlijsten zijn soms onnodig, bijvoorbeeld als er bij een andere aanbieder wel plek is maar verwijzers het overzicht niet hebben.'

Compliment

Er is één belangrijke positieve ontwikkeling, volgens de Kinderombudsman. 'Jeugdzorgprofessionals en gemeenteambtenaren zetten zich met overgave in om van de stelselwijziging een succes te maken.' Jongeren en ouders die al vóór 1 januari 2015 hulp hadden, zijn positief over de kwaliteit en de continuïteit van de hulp. Zij geven de jeugdhulpprofessional een 7,4 als rapportcijfer. 'Een compliment is op zijn plaats', vindt de ombudsman.

Bron: www.dekinderombudsman.nl