Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

‘Kijk naar de krachten van tienermoeders’

‘Zie als hulpverlener de krachten en kwaliteiten van een tienermoeder’. Die boodschap klonk op het congres tienerzwangerschap op 17 april in Utrecht. De sprekers willen die kerngedachte bij de aanwezige hulpverleners in het hoofd prenten en lijken eenduidig in hun visie: ‘Geef ze het gevoel dat ze iets kunnen.’
‘Kijk naar de krachten van tienermoeders’

‘Nog veel te vaak ziet de omgeving van een tienermoeder voornamelijk de tekortkomingen’, vindt Diana Mohamed. Ze is één van de sprekers die in de historische Gertrudiskapel deze donderdag op gedreven wijze over de begeleiding van tienermoeders spreekt. De kapel doet tegenwoordig dienst als congrescentrum, waar achter de lessenaar nu sprekers staan met moderne ‘oortjes’. Mohamed maakt geen gebruik van de geavanceerde techniek, haar stem klinkt ongekunsteld luid en duidelijk.

 

Het lukt wél

Mohamed is casemanager bij Stichting Kadera waar ze jonge moeders begeleidt met de methodiek van krachtwerk. Die methodiek gaat uit van de krachten die de jonge moeders hebben, zoals doorzettingsvermogen. Ze illustreert de methode pakkend door een tienermoeder zelf haar versie van de krachteninventarisatie toe te laten lichten. In een krachteninventarisatie kijken tienermoeder en begeleider naar wat al wel lukt en hoe die vaardigheden benut kunnen worden. Bijvoorbeeld het doen van boodschappen. Welke vaardigheden liggen daaraan ten grondslag? En hoe kunnen die voor andere taken ingezet worden? ‘Maar het belangrijkste is’, volgens Mohamed, ‘dat je op een andere manier naar de tienermoeder kijkt. En niet net als de omgeving denkt: het lukt toch niet. Focus op wat goed gaat en benoem de eigen kracht door te zeggen hoe knap het is dat ze de verantwoordelijkheid durft te nemen om moeder te worden.’

 

Puber vs moeder

‘Eigenschappen zoals verantwoordelijkheid nemen horen bij de ouderrol die de puber op zich neemt. Maar de puberale levensfase kenmerkt zich ook nog door de behoefte aan experimenteren, afzetten tegen de ouders en zwart-wit denken. Die behoeften staan haaks op het bieden van veiligheid en stabiliteit aan hun pasgeborene.’ Marieke Sibon is projectleider bij Fiom en vat bovengenoemde tegenstrijdigheden samen. Ze adviseert daarbij rekening te houden met de afwisselende rol van puber en ouder die jonge moeders laten zien. ‘Spreek niet vroeg in de ochtend af met een tienermoeder. Het blijven pubers, dus die komen dan niet opdagen.’ Vanachter de lessenaar geeft Sibon stevige tips voor de bejegening van de mama’s: ‘Wees eerlijk en echt ook als dat betekent dat je moet zeggen als iets niet lukt. Als je zelf moeder bent wissel ervaringen uit, dat geeft blijkt van knowhow en laat daarnaast zien dat je betrouwbaar bent door net iets meer te doen.’

 

Tienermoeders wil is wet

Sibon is nog niet klaar met haar raadgeving: ‘Moet je als hulpverlener een tienermoeder adviseren?’ vraagt ze zich hardop af. Ze beantwoordt haar eigen vraag door een beslist: ’laat je adviezen thuis. Je bent er om te informeren en te ondersteunen. Laat de moeders zelf hun keuzes maken.’ Ervaringsdeskundige en begeleider van het Jonge Moeder Punt Shadrian Villanueva sluit zich bij die uitspraak aan. ‘Zeg niet wat ze allemaal moeten doen, maar help ze bij hun eigen keuzes.’

 

Maar hoe zit het met het maken van eigen keuzes als de ouders in spé een licht verstandelijke beperking hebben? ‘Veel hulpverleners schieten in paniek als hun cliënt begint over een kinderwens.’ Door al die rinkelende alarmbellen horen hulpverleners niet wat de cliënt te zeggen heeft, vindt Marja Hodes, klinisch psycholoog en GZ-psycholoog bij ASVZ. Hodes ontwikkelde ‘de koffer’, daarin zitten negen tools om inzicht te krijgen in wat de cliënt te wachten staat op het gebied van bijvoorbeeld tijd, relatie en geld. Het helpt de cliënt om een weloverwogen beslissing te maken en de hulpverlener om het gesprek aan te gaan over eventueel toekomstig ouderschap. Hodes: ‘Mensen met een licht verstandelijke beperking praten vaak niet over hun kinderwens. Ze vinden dat hulpverleners niet luisteren en gelijk zeggen dat ze nooit een goede ouder zullen zijn.’ Dat deze doelgroep kwetsbaarheden heeft, ontkend Hodes zeker niet. Liever onderstreept ze de spirit, die ze ziet bij jonge lvg-ouders: ‘Ze hebben vaak een grote motivatie om een goede ouder te zijn en willen een betere toekomst voor hun kind dan ze zelf gehad hebben.’

 

Simone van Iperen

 

Het congres werd georganiseerd door Medilex, de sprekers waren:  Marieke Sibon, Projectleider Tienermoeders Ambulante Fiom, Ronny van de Water, kinderrechter Rechtbank Amsterdam en lid sectie jeugd Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, Shadrian Villanueva, ervaringsdeskundige en begeleider Jonge Moeder Punt Lelystad, Astrid Willemsen, zorgcoördinator Coördinatiepunt Jonge Moeder Oost-Veluwe, Elly de Graaf, Voorzorgverpleegkunidge GGD Hollands Noorden, Marja Hodes, Klinisch Psycholoog en GZ-psycholoog ASVZ, Nelleke Maas, Trainer VoorZorg bij het Nederlands Jeugdinstituut, Diana Mohamed, casemanager Stichting Kadera.



Naar homepage