Niet serieus genomen

Van de ondervraagde (ex-)pleegouders gaf 70% aan kinderen met een of meerdere gedragsproblemen onder zijn hoede te hebben: gehechtheidsproblemen, sociale problemen en/of aandachtsproblemen. De laatste noemden de (ex-)pleegouders het meest ernstig. Wat hen echter het meest raakt, is dat ze zich niet serieus genomen voelen door de gezinsvoogden van Bureau Jeugdzorg. Gezinsvoogden hebben de beslissingsbevoegdheid over het kind.

 

Grillig beleid

Pleegouders ervaren ook een enorm verloop onder gezinsvoogden en daarmee een (soms schadelijke) grilligheid in het beleid rond een kind. Ook vinden de pleegouders dat gezinsvoogden vaak meer oog hebben voor het belang van de ouders van een pleegkind dan voor het belang van het kind zelf. Gezinsvoogden worden daarnaast vaak arrogant genoemd.

Redelijke afspiegeling

Van den Bergh en collega’s ondervroegen 444 pleegouders en 22 ex-pleegouders naar de redenen en achtergronden van de uitval op drie onderwerpen: problematiek van het pleegkind;werkwijze van Bureau Jeugdzorg; begeleiding door de pleegzorgaanbieders

 Ondanks de grote respons op de vragenlijst zijn de resultaten niet representatief te noemen, zo stellen de onderzoekers. Respondenten werden opmerkzaam gemaakt op het onderzoek via verenigingen voor pleeggezinnen en daar is niet iedereen lid van. Toch denken de onderzoekers dat de antwoorden een redelijke afspiegeling zijn van wat onder pleeggezinnen leeft: de respons was zeer eenduidig maar ook genuanceerd.

 Gecompliceerde hulpverlening

De afgelopen tien jaar is het aantal kinderen dat in een pleeggezin woont verdubbeld van ongeveer tienduizend naar meer dan twintigduizend kinderen per jaar. Pleegzorg is een van de meest gecompliceerde vormen van jeugdhulpverlening. De meeste pleegkinderen komen uit een problematische opvoedingssituatie en zijn vaak verwaarloosd of mishandeld. Bij pleegzorg blijven de eigen ouders van de kinderen in beeld en betrokken, wat vaak zorgt voor loyaliteitsproblemen, onduidelijkheid en gehechtheidsproblemen.

Aanbevelingen

De onderzoekers doen de jeugdhulpverleningsinstanties een aantal aanbevelingen:

Betere ondersteuning van de pleegouders, gericht op adequaat omgaan met gedragsproblemen.

Een meer dienstbare houding van gezinsvoogden.

Gezinsvoogden moeten verantwoording afleggen of hun beslissingen genomen worden in het ontwikkelingsbelang van het kind.

Kwaliteitsverbetering bij de jeugdhulpverleners, onder andere door verplichte nascholing en een registratietraject.

De juridische positie van de pleegouders verbeteren door hen als procespartij aan te merken.

Doorlichten van de organisatie van jeugdhulpverlening met het oog op efficiëntie en kortere lijnen. De tijd is hier rijp voor gezien de politieke beslissing om de jeugdhulpverlening over te hevelen van de provincie naar de gemeenten.

 

Bron: Universiteit Leiden