Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

Het ene eiland is het andere niet. Over het domein van ggz-instellingen en ggz-professionals.

Ik ben meerdere malen op vakantie geweest op een van de Waddeneilanden. Texel, Ameland, Vlieland, stuk voor stuk prachtige eilanden, waar ik een heerlijke tijd had. Hoewel elk van die eilanden gezegend is met heerlijke stranden, bossen en een lokaal likeurtje, hebben ze toch allemaal een eigen karakter. Als je op Vlieland zit, denk je niet aan Texel, al is het alleen maar omdat het meestal niet in zicht is en omdat je afhankelijk bent van een boot om er te komen.
Het ene eiland is het andere niet. Over het domein van ggz-instellingen en ggz-professionals.

Afgelopen voorjaar maakte ik de oversteek van Movisie naar het Landelijk Platform GGz (LPGGz). Bij Movisie werkte ik met heel veel mensen in vooral het sociale domein aan meer ruimte voor mensen om vanuit eigen regie hun leven te kunnen leiden, ook en juist als ze daarbij ondersteuning nodig hebben. Bij het LPGGz werk ik aan hetzelfde doel, maar dan vooral met en voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. Dit betekent een kennismaking met het domein van de ggz-instellingen en ggz-professionals. 

In het sociale domein zijn organisaties en professionals al een tijd bezig met een omslag naar meer werken vanuit zelfregie en eigen kracht van burgers/bewoners. Dit betekent samen oplossingen en mogelijkheden zoeken die passen bij de bewoner die hulp nodig heeft. Dit vraagt om creativiteit, handelingsruimte en bovenal om oprechte interesse in wie de ander is, wat belangrijk voor hem is en wat zijn talenten en zorgen zijn. Die verandering kost tijd, maar het is inspirerend om te zien hoe het langzaam maar zeker lukt en wat het oplevert, zowel voor mensen die hulp vragen als voor de professionals die het lukt (meer) op een nieuwe manier te werken.

Het domein van de ggz-instellingen en ggz-professionals is relatief nieuw voor mij. Als relatieve buitenstaander heb ik me de afgelopen maanden geregeld verbaasd. Onder andere over dat ggz-instellingen onder de noemer herstel en herstelondersteuning eigenlijk al jaren met dezelfde omslag bezig zijn als in het sociale domein. Mooi, dacht ik, want mensen met een psychische kwetsbaarheid hebben steeds meer met beide domeinen te maken; alleen maar goed als ze dan onderling aansluiten. 

Maar tot mijn verbazing zijn beide domeinen nauwelijks met elkaar verbonden: het lijken losse eilanden. Sociale professionals doen hun werk in de wijk, dichtbij bewoners in allerlei situaties die maken dat ze kortere of langere tijd hulp nodig hebben. Ze motiveren, activeren en verbinden. Ggz-professionals behandelen en begeleiden mensen met specialistische kennis over specifieke diagnoses, symptomen en herstelprocessen. Hun RIBW-collega’s doen dit steeds meer ook in de wijk en richten zich op de sociale en maatschappelijke rollen die cliënten vervullen. Daarbij werken ze steeds meer vanuit het besef dat het eigen, persoonlijke herstelproces van hun cliënten leidend is. 
Ze komen allemaal mensen met een psychische kwetsbaarheid tegen. Af en toe vraag ik me af of ze dat wel van elkaar weten. Ik hoor mensen binnen Ggz-instellingen en RIBW’s heel druk bezig met alle interne veranderingen: het implementeren van herstelondersteunende zorg en het borgen van de positie van ervaringswerkers binnen de organisatie. En ik hoor mensen in het sociale domein over de vorming van sociale wijkteams en het zoeken naar goede manieren om mensen waar nodig te begeleiden naar specialisten buiten het wijkteam. Beide druk met de enorme veranderingen op hun eigen eiland. En beide maken ze zich zorgen over of het wel goed gaat met de mensen met een psychische kwetsbaarheid waar ze zich zo bij betrokken voelen. Sociaal werkers hebben zorgen over de toegang tot specialistische zorg wanneer dat nodig is. En ggz-professionals maken zich zorgen over of de begeleiding voor mensen die begeleid wonen gewaarborgd blijft. 

Maar die veranderingen lijken zich los van elkaar te voltrekken en die zorgen worden nauwelijks gedeeld. Waardoor de mogelijkheden voor de mensen waar het om gaat beperkt blijven tot die van het eiland waar ze toevallig terecht zijn gekomen. Als die mogelijkheden niet passen, is er een brede strook water die de oversteek naar de mogelijkheden van het andere eiland belemmerd. 

De oplossing is natuurlijk simpel: laat de eilanden naar elkaar toe drijven, zodat ze mooi op elkaar aansluiten. Dat maakt dat mensen met een psychische kwetsbaarheid meer mogelijkheden hebben om die ondersteuning te krijgen die bij ze past. Onafhankelijk van of ze het eerst in beeld komen bij de sociaal werker die ziet dat de gordijnen niet meer open gaan, of via de huisarts bij de ggz binnen komen. 

Op die aan elkaar gegroeide eilanden is hulp op allerlei terreinen beschikbaar: bij schulden, bij contacten met anderen, bij de administratie, bij behoud of vinden van werk, bij het herstel na ontwrichtende psychische ervaringen. Er zijn plekken om tot rust te komen en er is specialistische kennis over de bijdrage van medicatie en behandeling aan processen van herstel. En er zijn op verschillende plekken mensen die kunnen ondersteunen bij het gaan begrijpen van wat er gebeurd is en daar betekenis aan geven. Er zijn allerlei mogelijkheden om aan te sluiten bij activiteiten en talenten in te zetten. Licht en intensief; laagdrempelig en specialistisch; individueel en collectief; met agogische, medische en ervaringsdeskundigheid; gericht en integraal. En altijd verbindend, creatief en aansluitend bij wat iemand wil en nodig heeft. 

Kortom een breed palet aan ondersteuning waaruit mensen een pakket kunnen kiezen dat hen op dat moment het meest helpt om vanuit eigen regie hun leven te leven. Met hulp van onafhankelijke cliëntondersteuning als dat nodig of behulpzaam is. En met een goede afstemming en samenwerking tussen alle betrokkenen waar nodig. Zodat de psychiater meedenkt over hoe iemand zijn betaalde werk kan behouden, de RIBW-begeleider een cliënt begeleidt naar een activiteit in de buurt en de sociaal werker iemand die na een moeilijke periode (weer) in de wijk komt wonen ondersteunt in het contact met de buren. 

Ik ben best optimistisch en naïef, maar toch snap ik dat die eilanden niet zomaar even aan elkaar gaan groeien. En natuurlijk zijn als altijd het geld en de verschillende financieringssystematieken een belemmering. Maar toch, ik zou het zo mooi vinden als professionals van beide eilanden de oversteek wat meer zouden wagen. Om zelf te zien waar nou de meerwaarde van de insteek van de ander zit. Waarom werkt het soms zo goed om niet naar de diagnose te kijken, maar gewoon eens te horen wat het probleem van die buurtbewoner die ‘toch zeker niet gek is’ zelf nou eigenlijk is. En waarom kan het soms enorm helpen om eerst beter te snappen wat er in iemands hoofd aan de hand is. 
Het gebeurt al wel, maar het kan veel meer. En elkaar en elkaars werk en meerwaarde kennen, is de basis voor een mooie samenwerking. Die eraan kan bijdragen dat mensen met een psychische kwetsbaarheid meer mogelijkheden hebben om die ondersteuning te organiseren die hen het meest helpt bij hun eigen persoonlijk herstelproces. Tenslotte is het ene eiland het andere niet. 

Cora Brink

Cora Brink werkt bij het Landelijk Platform GGz aan het project Herstelacademies- Zelfregienetwerken. Doel van dit project is het realiseren en versterken van sterke regionale netwerken waar mensen met een psychische kwetsbaarheid vanuit eigen regie kunnen werken aan het weer oppakken van hun leven. Informatie op www.platformggz.nl/lpggz/regie_in_de_regio/zelfregienetwerken.  
 

Dit artikel is verschenen in Participatie en Herstel nummer 4 (december, 2015). Nog geen abonnee op PenH? Neem nu een abonnement.



Naar homepage