Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

‘Duizend fulltime extra jongerenwerkers nodig’

Het jongerenwerk is de laatste jaren met bijna 50% gegroeid. Die groei zit ‘helaas vooral in het aandeel tijdelijke projecten’. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening (W&MD).

Achterstandsjongeren echt helpen kan door structureel jongerenwerk, vindt de MOgroep ‘Gemeenten verwachten van jongerenwerk echter voornamelijk overlastbestrijding om escalatie te voorkomen. Uit het onderzoek blijkt dat er duizend fulltime extra jongerenwerkers nodig zijn voor die (overbelaste) jongeren die van huis uit te weinig mee krijgen.’

Doelgroep: laaggeschoold

De doelgroep van jongerenwerk bestaat grotendeels uit laaggeschoolde jongeren met vmbo- en mbo- achtergrond. Bijna 60% van het jongerenwerk bereikt voornamelijk autochtone jongeren, bijna 20% hoofdzakelijk allochtone jongeren, de rest is gemengd. Van de allochtonen maken met name Marokkaanse en Antilliaanse jongeren relatief veel gebruik van jongerenwerk. Gemiddeld werkt er 1 jongerenwerker met 78 jongeren, en 1 kinderwerker op 115 kinderen. Gezien de vraag en omvang van de doelgroep zouden er nog duizend fulltimers bij moeten komen.

Risicojongeren

Driekwart van het jongerenwerk werkt met een doelgroep die valt onder de classificatie risicojongeren. Het gaat om jongeren die (risico’s op) problemen thuis, op school, met werk of gedragsproblemen hebben. Jongerenwerkers zijn de enigen die makkelijk contact kunnen leggen met deze doelgroep. En er moeten betere afspraken worden vastgelegd over de verhouding met de politie. 40% vindt de werkverhouding met de politie moeizaam. Professioneel jeugd- en jongerenwerk moet worden erkend als een waardevolle preventieve voorziening voor met name kinderen en jongeren uit laaggeschoolde milieus.

Steeds vaker projecten

Johan Brongers, vice-voorzitter MOgroep W&MD: ‘het is verontrustend dat gemeenten steeds minder geld steken in structureel jeugd- en jongerenwerk, en meer in ‘brandjes blussen’ en overlastbestrijding. De verhouding structureel - tijdelijk is verschoven van 78%:22% naar 65%:35%. Het getuigt van kortzichtigheid om jongerenwerkers steeds vaker projectmatig ‘tegen de overlast en voor veiligheid’ in te willen zetten.'

Scoren op korte termijn

Volgens Brongers is dit scoren op korte termijn. 'Het jongerenwerk heeft een veel bredere taak. Door de dagelijkse aanwezigheid in de buurt legt het jongerenwerk de basis voor succesvolle preventie. Contact onderhouden en vertrouwen opbouwen kost tijd en is essentieel voor goed jeugd- en jongerenwerk in een wijk. Preventie via jeugd- en jongerenwerk is van nog groter belang nu de jeugdzorg als te duur ervaren wordt.’ Besparing: 1 jongere een heel jaar via het jongerenwerk begeleiden kost evenveel als twee dagen jeugdgevangenis voor 1 jongere.'

Bron: Mogroep



Naar homepage


De Redactie,

Relevante categorieën: