De Inspectie voor de Gezondheidszorg verplicht ziekenhuizen om kinderen die op hun spoedeisende hulp afdelingen komen te screenen op (vermoedens van) kindermishandeling. De mishandeling kan lichamelijk, psychisch of seksueel van aard zijn. In het belang van het kind gaat het Amphia Ziekenhuis Breda/Oosterhout als eerste ziekenhuis in Nederland sinds dit jaar nog verder: screening vindt voortaan in het hele ziekenhuis plaats.

4 Procent
Nederland telt per jaar vermoedelijk zo’n 150.000 tot 350.000 slachtoffers van kindermishandeling. Slechts 4 procent hiervan komt uit de ziekenhuizen. Door proactieve, gestructureerde screening stijgt dit percentage. Het Amphia Ziekenhuis voert, met de komst van Dr. Rian van Houwelingen in 2009 zorgcoördinator kinderbescherming/vertrouwensarts, een voortvarend beleid. Zij constateert steeds meer alertheid binnen Amphia. ‘Tot nu toe werd vooral gescreend op de Spoedeisende Hulp, de plek waar natuurlijk veel kinderen met grote en kleine ongelukken binnenkomen. We doen dat nu op alle afdelingen in het hele ziekenhuis. De behandelend arts is verplicht een screeningsformulier in te vullen, maar als medewerker op een polikliniek mag je je zorgen ook doorgeven. Wij zijn overigens waarschijnlijk het eerste ziekenhuis in Nederland waar dit nu op alle afdelingen gebeurt.’ Uit de cijfers van Amphia (zie kader) blijkt dat er met de komst van de zorgcoördinator/vertrouwensarts kindermishandeling veel meer aandacht voor dit onderwerp is gekomen.

Huiverig
De ziekenhuisbrede screening in Amphia heeft te maken met het feit dat het aantal gevallen van kindermishandeling landelijk nog altijd stijgt en de overheid steeds hogere eisen aan ziekenhuizen stelt. ‘Maar’, zegt Van Houwelingen: ‘het allerbelangrijkste is dat we kinderen en ouders graag vroegtijdig hulp bieden.’ Ze beaamt dat medewerkers soms huiverig zijn om zorgen te melden. ‘Dat hoeft niet. Je biedt hulp aan en bespreekt je zorgen. Vaak krijg je ouders dan wel mee. Ouders handelen vaak uit onmacht en zijn blij met de geboden hulp die hun situatie kan verbeteren. Als je open en transparant bent en je handelt in het belang van het kind, kun je het eigenlijk nooit fout doen.’

Vermoeden
Elk vermoeden van kindermishandeling komt bij Van Houwelingen terecht. ‘In onze commissie SIP (Signalering, Interventie en Preventie voor Kinderbescherming) bespreken we deze maandelijks. Daar is ook iemand van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) bij. Dat overleg leidt tot een vervolgstap: hulp bieden waar nodig via de specialist, maatschappelijk werker, pedagogisch hulpverlener, huisarts, school of het consultatiebureau. Eventueel worden zorgen ook besproken met de hulpverlening die het gezin mogelijk al heeft. Als vrijwillige hulpverlening niet mogelijk of ontoereikend is, kan er een melding bij het Bureau JeugdZorg of het AMK worden gedaan. Maar ons doel blijft altijd de situatie voor het kind verbeteren, bij voorkeur samen met de ouders.’

Bron: Amphia Ziekenhuis