Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

'Beïnvloed lvg'ers op een goede manier'

Hulpverleners moeten hun invloed meer aanwenden om criminele lvg-jongeren in een positieve richting te beïnvloeden.

Dat stelde Rob Schuddemat, directeur jeugdreclassering van de William Schrikker Groep. Hij deed dit tijdens het congres lvg en criminaliteit in Zwolle op 24 juni.

Manipulatie
Een van de kenmerken van lvg’ers is dat ze erg beïnvloedbaar zijn. ‘Dat is een probleem want dat maakt ze bevattelijke voor manipulatie door criminele jongeren met een hoger IQ.’ Tegelijkertijd zit in de beïnvloedbaarheid ook de oplossing van het probleem, meent Schuddemat. Want ook hulpverleners kunnen goed hun invloed aanwenden bij lvg’ers. Dat zal niet zonder slag of stoot gaan want hulpverleners hebben op te boksen tegen de invloed van de straatcultuur waar lvg’ers deel van uitmaken. Maar het kan wel, stelde de jeugdreclasseringsdirecteur. Noodzakelijke voorwaarde voor een goede aanpak is volgens hem dat hulpverleners ook buiten kantoortijd aan de slag gaan met lvg-jongeren. ‘Want om 7 uur ’s avonds is de straat nog actief.’ Natuurlijk, aldus Schuddemat, de CAO kan een beletsel vormen ‘maar we moeten wel die kant op. Gebruik de tijd, anders heb je de tijd tegen.’

Erkenningscommissie
Schuddemat zei verder als belangrijke winst te zien dat de erkenningscommissie gedragsinterventies van Justitie sinds kort ook de geschiktheid van interventies voor lvg’ers meeweegt in haar oordeel. Inmiddels is Nieuwe Perspectieven bij terugkeer, een interventie die ook op deze doelgroep is toegespitst, volledig erkend door de commissie. Schuddemat: ‘ik hoop dat deze ontwikkeling doorzet bij veel meer gedragsinterventies.’
 
Straf
Schuddemat was een van de vier plenaire sprekers. Annemat Collot d’Escury opende met een inleiding waarin ze in vogelvlucht het profiel van lvg’ers schetste en daarbij de risicofactoren die tot crimineel gedrag kunnen leiden in kaart bracht. Hoe zit het met de aandacht, hoe wordt informatie geïnterpreteerd door lvg’ers, welke respons kiezen ze in situaties en hoe voeren ze die uit? Collot d’Escury,klinisch ontwikkelingspsycholoog, gz-psycholoog, kinder-en jeugdspecialist, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, liet met een keur aan aansprekende voorbeelden (testvragen) zien dat dit bij lvg’ers anders gebeurt dan bij niet lvg’ers. Met alle gevolgen van dien voor hun maatschappelijk functioneren. En waar je in een spelsituatie nog de hand kunt lichten met de regels – zoals Collot d’Escury in een grappig voorbeeld aangaf, dat kan in de maatschappij niet. Als je door rood rijdt en je veroorzaakt een ongeluk, kom je er niet mee weg. Dan krijg je straf.
 
Missie
Collot d’Escury eindigde haar inleiding door de ondertitel van het congres (wat kunnen zij er aan doen?) in een retorische vraag te gieten: wat kunnen wij er aan doen?
Op het antwoord daarop gingen de andere sprekers gedetailleerd in. In de inleiding van Nico Overvest stonden de bejegening, behandeling en beveiliging van lvg’ers (de drie B’s) centraal. Daarbij belichtte hij de verschillende wijzen waarop de drie sectoren (verstandelijk gehandicaptenzorg [vg], ggz en justitie) die betrokken zijn bij lvg’ers tegen de begrippen aankijken. In de vg-sector staat de bejegening centraal maar staat de missie haaks op beveiligen. In de ggz-sector komt vg pas in beeld als het gewone aanbod niet voldoet, aldus Overvest, manager bij Stichting De Borg, een samenwerkingsverband van derdelijns behandelcentra. Bij justitie tenslotte is nogal eens sprake van onderdiagnostiek.
Het gevaar bestaat, aldus Overvest dat lvg’ers tussen wal en schip raken. ‘Zie een goede bejegening als startpunt van alle handelen’, hield hij zijn gehoor voor. En voor de onderwijsprofessionals onder hen: ontwikkel onderwijsprogramma’s die recht doen aan alle B’s.’
 
Vijf fasen
Hilde Niehoff, GZ-psycholoog, werkzaam als behandelverantwoordelijke binnen Trajectum Hoeve Boschoord (een centrum op het grensvlak van gehandicaptenzorg, pychiatrie en justitie), was de afsluitende plenaire spreker. Zij ging uitgebreid in op de vijf fasen die het behandelplan in de centra kenmerken: wennen, deelnemen, presteren, toetsen, nazorg.

Congres
Zo’n 300 professionals hebben het congres, dat is gehouden in Regardz in Zwolle, bezocht. De organisatie was in handen van Logacom, met medewerking van de chr. Hogeschool Windesheim en SoziO.


Naar homepage


Olaf Stomp,

Relevante categorieën:

ggz |