Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

Sociaal handelen, de weg is het doel

Piet Winkelaar gaat in op de kern van social work en sociaal pedagogische hulpverlening. Hij betoogt dat men zich de laatste jaren onder druk van de subsidiegever, van overheden en besturen, heeft laten verleiden het resultaat en het product van het werk centraal te stellen en daarbij het sociaal pedagogische of sociaal agogische element in te leveren. De werkwijze, het proces lijkt geheel ondergeschikt. Maar de weg is het doel.
Sociaal handelen, de weg is het doel

Zo'n zestig jaar geleden spraken we over gedragswetenschappen waar het doen en laten, het gedrag van mensen, centraal stond. In de sociologie vormde de socius, het sociale gedrag de invalshoek, terwijl bij de psychologie de psyche het uitgangspunt van gedrag vormde. Zo was er ook de antropologie waar de verschillende gedragingen van mensen anders dan die van dieren punt van aandacht vormden. In de pedagogie ging het echter niet alleen om het besturen van gedrag, maar ook om het aanleren van nieuw gedrag. Het ging om de opvoeding van kinderen, hoe hun gedrag te optimaliseren en te laten uitgroeien tot volwassen gedrag. Hier kwam al snel het leren handelen van kinderen en jongeren aan de orde, herkenbaar in de naam ped-agogie (pais -kind en agere - handelen). Je zou kunnen opmerken dat in de andere gedragswetenschappen de logos, de objectief wetenschappelijke benadering belangrijk was en bij de pedagogie meer de betrokkenheid bij het handelen van kinderen.

 

Wederzijds handelen en veranderen

Begin jaren zestig vond men dat niet alleen het bestuderen van gedrag, maar vooral ook het interveniëren en veranderen van dat gedrag samen met de betrokkenen van belang was. Gedrag verwijst naar wat mensen doen, wat zichtbaar wordt en wat de gevolgen daarvan zijn, terwijl sociaal handelen mensen in beweging zet en aandacht heeft voor wat hen raakt en beweegt.

Men sprak over sociale pedagogie voor volwassenen, over éducation permanente en veranderingsmogelijkheden van mensen. Op de universiteit kwam men tot een nieuwe studie, de andragogie. De sociale academies heetten voortaan sociaal pedagogische of sociaal agogische opleidingen.

Sociaal pedagogisch of sociaal handelen betekent dat er sprake is van wederzijds handelen, van wederkerigheid of reciprociteit, waarbij men handelt vanuit een sociale relatie (niet van subject-object, maar subject-subject). Daarvoor is passie en betrokkenheid vereist. Zowel de agogisch geschoolde begeleider of hulpverlener als de cliënt of het cliëntsysteem beschikt over een eigen handelingsrepertoire dat wordt ingezet waarbij de agoog op het proces en de cliënt op het resultaat is gericht.

Het sociaal handelen van de beroepskracht impliceert de mogelijkheid bij de cliënt om te kunnen veranderen, om keuzes te maken. Sociaal pedagogische hulpverlening en social work geven aanwijzingen en richtlijnen hoe te handelen, voor de manier waarop personen, groepen, organisaties en samenlevingsverbanden kunnen worden begeleid in veranderingsprocessen.

Interactief handelen en veranderen vormen twee sleutelbegrippen bij het versterken van autonomie en zelfbeschikking. Het is van belang dat sociaal pedagogische begeleiding en ondersteuning plaatsvindt vanuit de situatie waarin de betrokkenen zich bevinden en dat zij mogelijkheden krijgen aangereikt om zelf te handelen teneinde tot de gewenste verandering te komen.

 

Historiciteit en verantwoordelijkheid

Naast de werkprincipes van verandering en wederkerigheid impliceert sociaal handelen ook het element van historiciteit, hetgeen hier betekent dat ieder mens een verhaal heeft. Mensen hebben hun geschiedenis (zijn historische wezens) en vormen het resultaat van een verleden waarin ze van alles hebben meegemaakt en aangeleerd. Daar kan men niet straffeloos aan voorbijgaan. Dat geldt voor alle personen, groepen, organisaties en samenlevingsverbanden die bij het handelen begeleid en ondersteund worden. Dit historische element sluit aan bij een vierde punt dat sociaal handelen kenmerkt en dat is de eigen verantwoordelijkheid zowel van de hulpverlener als van de cliënt. Dat is een ingewikkeld punt want de neiging is groot om vooral op de verantwoordelijkheid van anderen te wijzen. Sociaal handelen houdt in dat je vermijdt je achter elkaars verantwoordelijkheid te verschuilen door duidelijk aan te geven wie voor wat verantwoordelijk is. Dit is een lastig karwei omdat er belangen aan verbonden zijn en er verschillende verantwoordingskaders zijn te onderscheiden. Iedereen is verantwoordelijk voor wat hij of zij doet, maar in een werksituatie zijn er vaak niet alleen doelgroepen, werkgevers en werknemers, maar ook financiers, overheden en publieke opinie aan wie men verantwoording verschuldigd is.

 

Professioneel handelen

Mijn indruk is dat we vanaf de jaren tachtig en negentig in het sociale werkveld vooral de nadruk hebben gelegd op professionaliteit en dat we nu ontdekken dat dit sinds die tijd nog te weinig is gebeurd. Daar zet men zich nu meer voor in, waarbij men vooral aan resultaatgerichte professionaliteit denkt. Agogische ondersteuning bij het handelen is echter voornamelijk op het proces en minder op het product of het resultaat gericht, want daarvoor is degene die (persoon, groep of samenlevingsverband) handelt juist verantwoordelijk. Door zich op het product te richten blijken wezenlijke aspecten van sociaal handelen, te weten de permanente tweezijdigheid van het handelen, het verhaal van de ander en de verschillende verantwoordelijkheden er makkelijk bij in te schieten.

Daar ligt natuurlijk ook de zwakke plek van het sociaal handelen. Doordat de pedagoog of andragoog zich wat betreft het eindresultaat onzichtbaar maakte, is die wegbezuinigd. De andragogie is op de universiteiten ook opgeheven en verdwenen. Misschien hebben we in het social work en bij het sociaal handelen te weinig moeite gedaan de onderscheiden verantwoordelijkheid voor proces en product aan te geven en te verdedigen, maar misschien toonde ook de kwaliteit van het product aan dat de kwaliteit van het proces in gebreke is gebleven. In ieder geval vermoed ik dat aan de professionaliteit van degene die verantwoordelijk is voor het proces te weinig aandacht werd geschonken of als onbelangrijk terzijde is geschoven. Dat komt zeker ook door de politiek waar het social work voortdurend gedwongen is haar deskundigheid aan de hand van de resultaten van het cliëntsysteem aan te tonen.

Ik betwijfel of de term normatieve professionaliteit daar voldoende weerstand heeft geboden. Die aanduiding introduceerde Harry Kunnenman van de universiteit voor Humanistiek om aan te geven dat de professionaliteit van social work een andere is dan die van natuurkunde of astronomie. Hij legt de nadruk op ethiek en moraal en daarmee ook enigszins op eigen verantwoordelijkheid, maar verwijst toch meer naar een eindresultaat van handelen, meer naar product dan naar proces. Bovendien valt er weinig aandacht voor de andere werkprincipes van het sociaal handelen te onderkennen.

 

Het zichtbare resultaat telt

Sociaal handelen veronderstelt dat de personen van de doelgroep actief bij het handelen zijn betrokken. Dit veronderstelt dat ze in staat zijn te handelen. Wanneer dat niet het geval is dan is social work of sociaal handelen niet mogelijk, dan hoeven er ook geen handelingsperspectieven te worden ontwikkeld. In een dergelijke situatie moet er gewoon daadwerkelijke hulp worden verleend, moet de brand worden geblust, de put worden gedempt, personen naar het ziekenhuis worden gebracht. Vooral subsidiegevers denken dat dit juist de kern van sociaal werk is maar dat lijkt me onjuist. Dat is directe hulpverlening of zorg, dat betekent mensen bij de hand nemen en ze langs het water leiden, ze te eten en te drinken geven opdat ze niet omkomen van de honger. Dat is ouderen verzorgen, jongeren verhinderen dat ze inbreken of diefstallen plegen en kinderen het Wilhelmus leren zingen. Allemaal uitermate nuttig, maar het gaat dan niet om sociaal handelen en het onderkennen van verschillende verantwoordelijkheden, noch om dubbelzijdigheid en feeback bij wat er gebeurt. Natuurlijk werkt hulpverlening en zorg aan verandering, maar binnen een relatie van de hulpeloze en machteloze tegenover de sterke en machtige zorgverlener. Er is sprake van eenrichtingsverkeer, van iemand die een persoon of een groep uit de put trekt en die men dankbaar moet zijn.

 

Sociaal pedagogische hulpverlening wordt gemakkelijk gewoon hulpverlening met een vriendelijk sociaal sausje maar zonder sociaal handelen. Dat heeft weinig uit te staan met een agogische professionaliteit die ligt bij het proces, op de weg, om daar cliënten verantwoordelijk te laten zijn voor hun passie, hun eigen handelen, hun eigen verhaal. Misschien komt er toch weer een tijd dat we inzien dat de weg het doel is.

 

Piet Winkelaar

Voormalig hoofdredacteur van SPH, voorloper van Sozio

 



Naar homepage



Relevante categorieën:

SPH |