Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

‘Initiatieven van burgers soms effectiever dan arrangementen overheid’

‘Neveneffecten van nieuwe netwerken van burgers zijn soms krachtiger dan vele verzorgingsstaatarrangementen van de overheid.’

Dat zei Roelof Hortulanus, bijzonder hoogleraar sociale interventies en lokaal sociaal beleid. Hij dit deed tijdens het symposium Samen Doen; eigenwijze netwerken in dorpen en steden. De bijeenkomst, een initiatief van Arcon en de gemeente Hellendoorn, vond plaats in het provinciehuis van Overijssel in Zwolle. Zo’n 200 deelnemers woonden het symposium bij.

Plenaire spreker
Hortulanus was de plenaire spreker op de bijeenkomst waarin de deelnemers verder een keuze konden maken uit elf workshops en een drietal open space bijeenkomsten. De middag draaide ook om netwerken. Frans van Ginkel (senior beleidsadviseur Arcon), die met Silvia de Ronde Bresser (7Zebra's) een soepel opererend dagvoorzitterkoppel vormde, spoorde iedereen aan vooral af te stappen op anderen ‘die iets voor jou kunnen betekenen’.

Duo's
Ook in de organisatievorm kwam het netwerken volop tot uiting. Bijvoorbeeld in de duo’s waarin je je kon opgeven voor het symposium: koppels bestaand uit vertegenwoordigers van burgerinitiatieven (‘netwerkburgers’) én lokale overheid. Een inventarisatie aan het begin van de middag leerde dat verschillende van die duo’s de zaal bevolkten. De koppels brachten in persoon het middagthema tot leven: de samenwerking tussen lokale initiatieven en het lokale bestuur.

Succesfactoren
Hortulanus schetste in zijn inleiding de succes- en faalfactoren van die samenwerking én van nieuwe netwerken zelf. De zaal ging daarnaast onder leiding van Van Ginkel en De Ronde Bresser in gesprek en debat over over drie stellingen (zie onder) van de bijzonder hoogleraar, tevens directeur van Lesi.

Eigen dynamiek
Rode draad in zijn inleiding was de vraag hoe we maatschappelijke kracht kunnen bewerkstelligen. Daarin definieerde Hortulanus en passant de nieuwe netwerken. ‘Die eigenwijze netwerken doen niet per se wat het publieke domein voor ogen heeft’, schetste hij de eigen dynamiek van burgerinitiatieven. ‘Ze passen vaak niet in de werkroutines die we hebben opgebouwd. En hebben zo hun eigen doelstellingen.’

Vernieuwend
Informele netwerken kunnen inhoud geven aan een gemeenschappelijk belang, aldus Hortulanus. ‘Dat kan een vernieuwende vorm van solidariteit tot stand brengen, zoals een broodfonds van ZZp’ers, als alternatief voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Duurzamer
En informele verbanden zijn duurzamer dan we denken, stelde Hortulanus voorts, een misverstand over deze netwerken uit de wereld helpend. ‘Het ontbreken van een formele organisatie betekent nog niet dat er geen afspraken tot  stand komen of dat er sprake is van vrijblijvendheid.’

Neveneffecten
Staar je niet blind op enkel de doelstellingen van nieuwe netwerken, hield Hortulanus de zaal ook voor. Heb oog voor de neveneffecten. ‘De netwerkvorming an sich en de identificatie zijn ook een groot goed.’ Zelfs als ontspanning het doel is van een sociale activiteit waar burgers het initiatief voor hebben genomen, betoogde Hortulanus, ‘dan kan het neveneffect ervan groter zijn dan vele verzorgingsstaatarrangementen van de overheid. Denk aan iets als persoonlijke steun en commitment. Het resultaat valt niet altijd in beoogde doelen af te meten.’

Meervoudig handelen
Ook een succesfactor: het meervoudig kunnen handelen. Dat geldt voor de verschillende spelers in het maatschappelijke speelveld. ‘De moderne burger, maar ook de moderne organisatie moet kunnen wisselen in rollen. En de overheid moet verschillende sturingsinstrumenten naast elkaar kunnen hanteren.’

Kritiek
Hortulanus plaatste ook een kritische kanttekening. ‘Net zoals bij initiatieven vanuit de overheid, kunnen ook bij burgerinitiatieven groepen bewoners worden uitgesloten. ‘Eigenwijze netwerken kunnen ook uitsluiten. Het is kritiek die de overheid vaak uit bij dit soort initiatieven: “komen de zwakkeren wel in beeld?”’ Kritiek die soms niet onterecht is, vindt hij. ‘Eigenwijze netwerken zijn soms ook gesloten netwerken. Dit is voor burgerinitiatieven een belangrijk aandachtspunt.’

Stelling 1
Als mensen zich inzetten voor de samenleving dan gebeurt dat op informele wijze en al doende. Daar zit ‘m de kracht. Niet in stimuleringsmodellen voor actief burgerschap van de overheid.
Stelling 2
Informele initiatieven moeten zich niet teveel inlaten met dominante beleidsvisies.
Stelling 3
Rolwisseling en meervoudig handelen is voor elke partij in een lokaal krachtenveld allang gemeengoed.

Lees ook de blog van Frans van Ginkel over de middag.



Naar homepage


Olaf Stomp,