Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

'Sociale professional, leg regie bij de burger'

Sociale professionals moeten de regie meer in handen van de burger leggen. Ze moeten zich hierbij anders, faciliterend en dienstbaarder opstellen tegenover de burger/cliƫnt.
'Sociale professional, leg regie bij de burger'

Van de professional wordt meer creativiteit verwacht en een andere houding. Daarnaast moet de professional zich mondiger opstellen tegen de regeldruk die hij vanuit management en politiek voelt. Dat waren de belangrijkste uitkomsten van het Social Work Debat dat 13 november plaatsvond op Hogeschool Saxion in Enschede.

Het debat - met als titel “Wie het weet mag het zeggen”, was een gezamenlijk initiatief van Sozio-SPH en Arcon (provinciaal adviesbureau in Overijssel). het debat is georganiseerd in samenwerking met Saxion.

 

Student als aankomend professional

‘We hebben vijftig jaar gewerkt aan een verzorgingsstaat, dat model werkt niet meer’, benadrukt debatleider Frans van Ginkel, adviseur bij Arcon, tijdens de inleiding van het Social Work Debat. In het debat werden onderwijs en werkveld samengebracht om te praten over veranderingen binnen de sector Zorg en Welzijn. Een tafel met vijf deskundigen en vier studenten, ging met elkaar in gesprek en wisselden van gedachten. De rol van de student als aankomend professional stond hierbij centraal.

 

Vragen als: Waar leiden we studenten voor op? Wie weet wat de toekomst brengt? En hebben alle partijen dezelfde visie?, waren genoeg aanleiding om tot nieuwe inzichten te komen. Hans Weusthof, directeur van de Academie Mens en Maatschappij, benoemde het dilemma waar de sector Zorg en Welzijn zich in bevindt: ‘We zitten in een spagaat waarbij er meer vraag is om hulp, maar waar we beschikking hebben tot minder middelen. Dat is een uitdaging en vraagt om creativiteit.’

 

Creativiteit

Creativiteit is het sleutelwoord dat de andere deskundigen tijdens het debat alleen maar beamen. Opleidingen moeten in hun onderwijsprogramma de creativiteit van studenten meer de ruimte geven. ‘Het logisch denken krijgt in het huidige onderwijsprogramma veel meer aandacht. We moeten vertrouwen op ons hoofd en hart’, zegt Jacqueline Welbers, directeur en eigenaar van adviesbureau Lovelyday. Volgens haar is intuïtie en passie belangrijk als social worker, maar redeneren professionals alleen vanuit kennis. ‘Docenten moeten niet opleiden vanuit macht en kennis, maar de juiste vragen stellen.’

 

Een geluid uit de zaal kwam van een studente Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Ze betoogde dat creativiteit belangrijk is, maar binnen de studie wordt afgeketst. ‘Je mag vanaf de basisschool ineens een hele periode op school niet meer creatief zijn. Nu deze ontwikkelingen in de maatschappij er zijn, wordt dat wel van ons verwacht.’ Twee andere studenten ondersteunen dit argument: ‘We mogen binnen de opleiding creatief zijn, maar binnen beperkte kaders. Dat werkt niet.’

 

Kennis en professionalisering

Iemand met een andere visie was Geralien Holsbrink, lector binnen de Academie Mens en Maatschappij. Ze pleitte voor meer professionalisering binnen de beroepsgroep. ‘Mensen werken onvoldoende samen aan professionalisering om zich samen sterk te maken tegen alle politieke stormen die op dit domein afkomen. Veel vrouwen in deze beroepsgroep werken op het microniveau met hun hart en handen, maar denken niet vanuit de organisatie op meso- en macroniveau. Holsbrink onderbouwt haar mening met onderzoeken over evidence based. ‘Uit die onderzoeken blijkt hoe professionaliteit je eigen identiteit kan versterken en dat wordt elke keer teniet gedaan aan het belang van intuïtie. Cliënten zijn van jou afhankelijk, daarom heb je kennis nodig over hoe je effectief met mensen kunt werken.’

 

Stef van der Woning, manager Academie Mens en Maatschappij, nam het laatste woord en concludeerde: ‘We hebben de taak om hoogwaardige professionals op te leiden die kennis van zaken hebben. Het is de kunst om kennis en betrokkenheid met elkaar te verbinden en dit terug te laten komen in het onderwijsprogramma.’

 

Marjolijn Vossebelt

 



 

 

 


 








Naar homepage