Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

‘Christelijke LHBT’ers moeten mening wijde omgeving loslaten’

Stel, je bent hulpverlener en een jongere vertelt je dat hij of zij homoseksuele gevoelens heeft. Misschien is dat niets nieuws. Maar wat doe je eigenlijk als diegene ook nog christen is?
‘Christelijke LHBT’ers moeten mening wijde omgeving loslaten’

Zelfmoordpogingen komen vijf keer zo vaak bij homojongeren voor als bij hun heteroseksuele leeftijdsgenoten. Voor christelijke LHBT-jongeren (lesbisch, homo, biseksueel en transgender) kan het leven nog moeilijker zijn. ‘De omgeving is waarschijnlijk ook christelijk en dat maakt alles veel complexer’, zegt orthopedagoog Joëlle Bakhuis, die ervaring heeft met hulpverlening aan christelijke jongeren. ‘Ik geef de jongere het advies om een duidelijk onderscheid te maken tussen de mening van de mensen die echt belangrijk voor hem of haar zijn en de wijdere omgeving. Je moet die mening van de wijdere omgeving ergens los kunnen laten. Mensen die negatief reageren, weten vaak niet beter.’

 

Verschillende visies
‘Als een christelijke jongere bij je komt en voor het eerst vertelt dat er homoseksuele gevoelens spelen, moet je voorzichtig zijn met je bewoordingen’, zegt psychopastoraal hulpverlener Cees de Meer. Hij werkt bij stichting Different, een organisatie gericht op christenen met homoseksuele gevoelens. ‘Wij spreken altijd over ‘homoseksuele gevoelens’, omdat een uitspraak als ‘je bent homo’ weerstand kan oproepen bij de jongere. Plak daarom geen etiket op, maar ga mee in de manier waarop een persoon zichzelf definieert.’

 

Daarnaast is het volgens De Meer belangrijk om de jongere duidelijk te maken dat er onder christenen veel verschillende opvattingen bestaan over homoseksualiteit. ‘Er zijn kerken waar het homohuwelijk ingezegend wordt en kerken waar het woord ‘homoseksualiteit’ nooit gevallen is. Het is aan de jongere zelf om keuzes te maken, om een weg te vinden tussen geloof en gevoel. Iedereen moet daar vrij in zijn.’ Orthopedagoog Joëlle Bakhuis voegt eraan toe: ‘Ik laat het aan de persoon zelf over om te beslissen of hij of zij een relatie aangaat.’ Zij heeft de verschillende christelijke visies op homoseksualiteit uitgewerkt op haar website gelovenindeliefde.nl.

 

Eerste gesprek
Je hoeft een jongere niet per se door te sturen naar een christelijke hulpverlener, vindt psychopastoraal hulpverlener Cees de Meer. ‘Als een jongere bij jou voor het eerst zijn homoseksuele gevoelens benoemt, is het belangrijk om er voor hem of haar te zijn, diegene tijd en aandacht te geven. Dus goed luisteren en weinig spreken. Zo’n gesprek kan een jongere al veel ruimte en opluchting geven.’

 

Het is volgens De Meer wel goed om te vragen waar deze persoon behoefte aan heeft. Om zijn of haar verhaal kwijt te kunnen? Aan afstemming met lotgenoten? Aan gerichte hulp om een passend antwoord te vinden op de vragen die spelen? Daarna is het aan de niet-christelijke hulpverlener om zelf in te schatten of die iemand doorstuurt naar een christelijke hulpverlener. ‘Het is wel belangrijk om als professional ook te weten wat je affiniteit met het christelijk geloof is, hoe je er zelf in staat en wat je visie is.’

 

‘Wat mij verder relevant lijkt, is te weten of er een directe aanleiding is voor het zoeken van hulp door deze christenjongere’, gaat De Meer verder. ‘Is er sprake van verliefdheid? Of spelen er bijvoorbeeld situaties mee in de media, in de klas of thuis? Dan is het slim om daarover te praten en die zaken te benoemen. Dat kan al helpen.’ Volgens De Meer is het goed om een vervolgafspraak aan te bieden, zodat iemand niet weer ‘losgelaten’ wordt.

 

Coming out
‘Je zult toch een keertje uit de kast moeten komen’, zegt orthopedagoog Joëlle Bakhuis. ‘Als je je gevoelens wegstopt, loop je vast. Soms kan het goed zijn om de coming out gedeeltelijk uit te stellen, maar mijn ervaring is dat die vaak wel meevalt. De meeste christenen reageren positief. Het kan zijn dat ze er wel even aan moeten wennen. Daar probeer ik een jongere dan ook op voor te bereiden. Dan zeg ik: "Joh, je hebt zelf ook een paar maanden nodig gehad, zij misschien eveneens. Wees geduldig".’

 

Maar wat nou als de verwachting is dat de ouders toch afwijzend zullen reageren? ‘Dan adviseer ik de jongere om het onderwerp in twee stappen te laten vallen’, zegt Bakhuis. Volgens haar kan de jongere bijvoorbeeld eerst het onderwerp thuis noemen door te vragen wat ouders eigenlijk van homoseksualiteit vinden. Dan weet iemand wat hij of zij kan verwachten. ‘Als ouders afwijzend reageren, kan een jongere beter eerst een vriend of vriendin de waarheid vertellen’, raadt Bakhuis aan. ‘Dan staat hij of zij steviger in de schoenen als diegene bij de ouders uit de kast komt.’

 

Open klimaat
‘Het is belangrijk dat zowel de homoseksualiteit als het geloofsleven volwaardige aandacht krijgt’, zegt psychopastoraal hulpverlener De Meer. ‘Er bestaat een risico dat de homoseksualiteit de volle aandacht krijgt en het christelijke geloof er bekaaid vanaf komt. Dan voldoet de hulp eigenlijk niet, want het christen-zijn maakt wel een wezenlijk onderdeel uit van iemands leven. Hulp moet daarom in evenwicht zijn. Met aandacht voor de geloofsvragen en eventueel daarmee conflicterende homoseksuele gevoelens.’ 

 

Orthopedagoog Bakhuis vindt dat christenen die hetero zijn vaker over dit onderwerp moet praten. ‘Ook op scholen moet homoseksualiteit worden gesproken. Er is een open klimaat nodig. Juist als een jongere denkt dat het onderwerp onbespreekbaar is, is het moeilijk voor diegene om met zijn of haar gevoelens om te gaan.’

 

Cijfers
In 2010 gingen ongeveer 160.000 jongeren tussen de 12 en 18 jaar wekelijks naar de kerk, blijkt uit de laatste cijfers van het CBS. 13,5 procent van de Nederlandse jongeren voelt zich (ook) aangetrokken tot hetzelfde geslacht. Dat betekent dat 21.600 jongeren in Nederland die wekelijks naar een kerk gaan te maken kunnen krijgen met homoseksuele gevoelens. Reken je jongeren mee die zichzelf christen noemen, maar minder of helemaal niet naar de kerk gaan, dan ligt dit aantal nog hoger.

 

Lees ook:
Islamitische LHBT'ers kunnen soms beter in de kast blijven

Meer scholing nodig voor omgaan met LHBT-jongeren

Hulpverleners herkennen genderproblematiek vaak niet


 



Naar homepage


Kirsten Ronda,