Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

Wijkteams Zaanstad: contract voor acht jaar

De sociale wijkteams en jeugdteams in Zaanstad (foto) krijgen een aanstelling voor acht jaar, maar wel pas nadat er nieuwe partijen zijn gevonden die het werk vanaf 2019 van de huidige teams overnemen. De gemeenteraad ziet veel voordelen.
Wijkteams Zaanstad: contract voor acht jaar

 

Continuïteit is voor de gemeente Zaanstad belangrijker geworden dan die tot nu toe was. Een langlopend contract dat geldt voor de nieuwe wijkteams is daar een uitvloeisel van, maar ook de wens dat de nieuwe zorgaanbieders zoveel mogelijk gebruik maken van de huidige medewerkers.

Tevreden gemeenteraad
De gemeenteraad van Zaanstad is tevreden met deze koerswijziging, zo meldt het Noordhollands Dagblad. De afgelopen jaren was geregeld de vrees te horen dat wijkteams zodra ze ingewerkt zijn, plaats moeten maken voor hun opvolgers. In de nieuwe opzet zien de raadsleden veel voordelen.

Niet kalm aan
De contractduur van acht jaar kan voor een zorgaanbieder geen reden zijn om het kalm aan te gaan doen; elke twee jaar is er een ijkmoment waarop Zaanstad een aanbieder kan dwingen met betere resultaten te komen of zelfs een wijkteam aan een andere partij kan geven.

Kritisch over eigen rol
De raadsleden waren vooral in hun nopjes omdat Zaanstad de komende aanbesteding aangrijpt om kritisch naar de eigen rol te kijken. Zo ziet de gemeente dat er tussen de verschillende wijkteams te grote verschillen bestaan in werkwijze en bereikbaarheid. Ook is er in sommige teams sprake van te veel werkdruk en kunnen de teams complexe zaken soms moeilijk behappen.

Maximaal twee teams
De wijkteams gaan niet allemaal naar dezelfde aanbieder: één aanbieder 'krijgt' maximaal twee teams. Daarmee hoopt Zaanstad meer kennis in huis te halen. De zorgaanbieders maken op hun beurt gebruik van kleinere aanbieders. Volgens Mieke van der Beek (CU) gaat die samenwerking nu niet altijd goed en haken kleine aanbieders zelfs af. Wethouder Jeroen Olthof kende die klacht niet, zei hij.
Bron: Noordhollands Dagblad



Naar homepage