Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

Patiënt en arts moeten vaker praten over seksuele bijwerkingen medicijnen

Het is een gesprek dat arts en patiënt liever vermijden: dat over de seksuele bijwerkingen van medicijnen. Toch is het de moeite waard om hier wel over te praten, want vaak is aan de bijwerkingen iets te doen.
Patiënt en arts moeten vaker praten over seksuele bijwerkingen medicijnen

Het is aan de arts om het onderwerp bespreekbaar te maken, stelt Marrit de Boer, onderzoeker bij het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij onderzocht de invloed van antipsychotica op seksueel functioneren.

 

Voorspeller
Mensen die antipsychotische medicatie (antipsychotica) gebruiken, slikken deze middelen vaak langdurig. Een bekende bijwerking van antipsychotica is dat ze invloed hebben op het seksuele functioneren, bijvoorbeeld dat patiënten minder zin hebben om te vrijen. De Boer beschrijft dat de kans op seksuele bijwerkingen verschilt per antipsychoticum. Die verschillen zijn te herleiden tot de eigenschappen van de verschillende typen medicijnen. Samenvattend is de mate waarin een medicijn het dopaminesysteem blokkeert waarschijnlijk de belangrijkste voorspeller van seksuele bijwerkingen van antipsychotica.

 

Schaamte
Omdat seksuele bijwerkingen als gespreksonderwerp vaak met schaamte beladen zijn, aarzelen artsen en patiënten het onderwerp aan te snijden. Maar een onderschatting van het probleem kan verstrekkende gevolgen hebben, van ontevredenheid van de patiënt over de behandeling tot afnemende therapietrouw. Wanneer de patiënt het antipsychoticum niet meer gebruikt keren de psychische klachten waarvoor het werd voorgeschreven vaak terug. Om een betrouwbaar en compleet beeld te krijgen van de seksuele bijwerkingen waarvan mensen last hebben, pleit de promovenda voor een breder gebruik van een gevalideerde vragenlijst zoals de Antipsychotics and Sexual Functioning Questionnaire (ASFQ). Daarnaast geeft het onderzoek informatie over hoe mensen met seksuele bijwerkingen via speciale behandelingsstrategieën geholpen kunnen worden.

 

CV
Marrit de Boer (1984) studeerde Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek bij de afdeling Psychiatrie van het Universitair Medisch Centrum Groningen en in het kader van Onderzoeksinstituut BCN-BRAIN. De Boer werkt als psychiater en onderzoeker in het UMCG.

 

Bron: Rijksuniversiteit Groningen

 



Naar homepage



Relevante categorieën:

ggz |