Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

Nieuwe methode omgaan met vechtscheidingen

Knallende ruzies, venijnige scheldwoorden en jarenlange strijd. Vooral de kinderen worden de dupe van een vechtscheiding. Gisteren presenteerden Justine van Lawick en Margreet Visser hun nieuwe boek ‘Kinderen uit de knel’. Daarin beschrijven ze een unieke methode om ouders en kinderen die verstrikt zijn in een vechtscheiding te helpen.
Nieuwe methode omgaan met vechtscheidingen

Tijdens de behandeling zitten zes gescheiden koppels met twee therapeuten in dezelfde kamer. Onder het praten herkennen de deelnemers elkaars problemen. Justine van Lawick, klinisch psycholoog en auteur van het boek ‘Kinderen uit de knel’ vertelt: 'Eén moeder zag hoe een ander steeds weer haar eigen riedeltje afstak, zonder naar haar ex-partner te luisteren. En plotseling besefte ze: “Dat doe ik ook. Ik vertel al acht jaar lang hetzelfde verhaal.” Wanneer ouders dat waarnemen, komen ze eindelijk in beweging.’

 

‘Wat we zien is dat ouders helemaal vastzitten in de negatieve ideeën over een ander’, zegt ook Margreet Visser. Zij is eveneens auteur van het boek en klinisch psycholoog. ‘Ze kunnen zich niet meer verplaatsen in hun ex-partner en in hun kinderen.’ Van Lawick voegt eraan toe: ‘De deelnemers zoeken de oorzaken van wat er misgaat buiten zichzelf. Het ligt altijd aan de ander of aan de omgeving. Daardoor komen mensen zelf niet meer in beweging, maar wachten ze tot hetgeen buiten hen beweegt. Dat moet veranderen.’

 

Beschadigd kind

‘Voorheen behandelden we ouders apart’, zegt drama- en systeemtherapeut Erik van der Elst. ‘Maar dat werkte voor geen meter. Toen hebben we de koppen bij elkaar gestoken en kwamen we met een groepsbehandeling.’ Niet alleen de ouders worden geholpen. De kinderen zitten op een andere etage. Daar ontdekken ze dat ze niet de enigen zijn met strijdende ouders. Volgens een rapport van de Kinderombudsman uit 2014 zitten ongeveer 16.000 kinderen gevangen in een vechtscheiding.

 

‘Ik herinner me een jongen bij wie het snot tot op zijn kin liep’, vertelt Van der Elst. ‘Hij zei: “Als mijn ouders strijden, sla ik dicht en verstop ik me op mijn kamer.” Een ander kind vertelde: “Als mijn ouders ruzie maken, is het alsof ik geen ouders meer heb.” Ouders moeten gaan zien wat een vechtscheiding hun kind aandoet.’ Tijdens de groepssessies van de kinderen mogen ze op creatieve wijze uiting geven aan hun gevoelens. Dat doen ze bijvoorbeeld met een tekening, toneelstuk of dans. Aan het einde presenteren ze hun werk aan hun ouders. ‘En dan komen de tranen’, zegt auteur Van Lawick.

 

‘De nieuwe methode wordt op dit moment wetenschappelijk onderzocht’, zegt Van Lawick. ‘Die is dus nog niet bewezen. Maar we merken dat bij een derde van de deelnemers de strijd definitief stopt. Een derde is flink in beweging gekomen, maar heeft nog wel een natraject nodig. En tot slot zit een derde nog steeds vast. Maar hun kinderen zijn in elk geval wel weerbaarder geworden.’ Sommige deelnemers melden zich uit zichzelf aan, anderen worden door de Kinderbescherming of rechter naar het programma geduwd. Inmiddels zijn er zeven groepen geweest. De methode wordt sinds ruim twee jaren toegepast.

 

 

Netwerk en twijfel

De groepsbehandelingen en creatieve uiting van de kinderen zijn niet de enige elementen waarin deze methode zich onderscheidt van andere. ‘Een vechtscheiding gaat niet alleen tussen de ouders’, zegt Van Lawick. ‘Hun hele netwerk raakt erbij betrokken.’ Zo’n netwerk kiest partij en kan een moeder of vader versterken in de negatieve denkbeelden over de ander. ‘Daarom geven we deelnemers huiswerkopdrachten mee om met hun netwerk aan de slag te gaan. Ook organiseren we een informatieavond voor die familieleden, vrienden en kennissen.’

 

Een ander uniek kenmerk is de twijfelende houding van de therapeuten. ‘Wanneer de ouders bij ons komen, hebben ze vaak al veel mediators gehad’, zegt Van Lawick. ‘Regelmatig zeggen ze dan ook van tevoren dat ze er geen vertrouwen in hebben. Als je dan doet alsof je het allemaal weet en advies geeft, paf, dan staan de ouders weer stil. Wij zetten ze aan het werk door te vragen: "Hebben jullie een idee? Hoe zouden jullie hiermee omgaan?" We zijn gezaghebbende twijfelaars en gedragen ons niet als alwetende experts.’

 

‘Soms willen ouders het opgeven. Maar opgeven is geen optie als het om je kinderen gaat’, zegt Margreet Visser. Tijdens de boekpresentatie noemt ze nog een voorbeeld. ‘Een achtjarig jongetje durfde sinds twee maanden niet meer naar zijn vader. Omdat hij geen oplossing meer zag, riep hij: “Mijn vader moet dood!” Bij de volgende sessie zat hij bij zijn vader op schoot. Ik kreeg tranen in mijn ogen en dacht: hier doen we het voor.

Boekgegevens: Kinderen uit de KnelEen interventie voor gezinnen verwikkeld in een vechtscheiding. Justine van Lawick, Margreet Visser. Uitgeverij SWP



Naar homepage


Kirsten Ronda,