Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

Nabestaanden met trauma’s steeds beter geholpen

Klinisch psycholoog en psychotherapeut Jos de Keyser spreekt van een goede behandeling voor nabestaanden van mensen die op een ongebruikelijke manier zijn gestorven. ‘Alleen moeten ze wel de weg naar de psycholoog vinden, dat gebeurt nu veel te weinig.’
Nabestaanden met trauma’s steeds beter geholpen

Hij doet dat in zijn oratie op 13 mei aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Nabestaanden die met moord, een dramatisch ongeluk of suïcide een naaste zijn verloren maken een ander rouwproces door. De Keijser: ‘Het brein krijgt meer te verwerken dan het aankan. Er komen wraak- of schuldgevoelens bij kijken en er ontstaan trauma’s. Soms kan een nabestaande daardoor vastlopen in zijn eigen leven.’

 

De therapie die De Keijser de afgelopen twintig jaar heeft onderzocht is gebaseerd op de cognitieve therapie. Per soort verlies vindt een specialistische behandeling plaats; na bijvoorbeeld moord ligt het accent op de behandeling van het trauma met behulp van EMDR. Na suïcide ligt het accent op het behandelen van de schuldgevoelens en zelfverwijten.

 

Merendeel zoekt geen hulp

De tragiek is dat een groot deel van de nabestaanden niet met zijn klachten naar de psycholoog gaat. De Keijser: ‘Dat komt enerzijds omdat sommigen geloven dat het een lot is waar ze in moeten berusten, dat het nou eenmaal bij het leven hoort. Anderen vinden dat psychologische hulp zoeken inhoudt dat ze gek zijn.’

 

Van mensen die lijden aan complexe rouw blijft 67 procent ermee rondlopen. De Keijser: ‘Het is daarom van het grootste belang dat organisaties als Slachtofferhulp, die tegenwoordig steeds vaker worden ingeschakeld, in die gevallen doorverwijzen naar de klinisch psycholoog. Dat gebeurt gelukkig ook steeds vaker.’ Strikt genomen is haast daarbij niet geboden, want de therapie die De Keijser en zijn collega’s aanbieden is ook effectief voor nabestaanden die al heel lang worstelen met complexe rouwgevoelens, blijkt uit zijn onderzoek.

 

Bron: Rijksuniversiteit Groningen



Naar homepage



Relevante categorieën:

Rouw |