Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

Jongeren zichzelf leren presenteren door praktijkervaringen

Als groepsbegeleider jongeren aan de slag zetten met praktijkopdrachten waarin ze beter leren communiceren en zichzelf presenteren. Dat is het doel van het boek ‘Werk aan je winkel’. ‘Positieve ervaringen met presenteren geven onzekere mensen meer zelfvertrouwen’, zegt auteur Kirsten Barkmeijer.
Jongeren zichzelf leren presenteren door praktijkervaringen

In het boek ‘Werk aan je winkel’ krijg je als lezer groepsopdrachten aangereikt waarmee je jongeren leert beter te communiceren en zichzelf te presenteren. De auteurs zijn zelf trainer en coach en misten soms de verbinding met de praktijk. Daarom besloten ze dit boek te schrijven. ‘We hadden vaak een theoretisch verhaal en ik zag studenten denken: interessant, maar hoe werkt het dan precies?’ zegt auteur Johan Brokken. ‘We wilden het omzetten naar ervaring en beeld. Jongeren moeten het effect van hun presentatie op het publiek zelf zien.’

 

‘We willen jongeren echt een succeservaring aanbieden’, zegt mede-auteur Kirsten Barkmeijer. ‘Deelnemers krijgen daardoor meer zelfvertrouwen. Volgens onderzoek ben je dan ook meer geneigd om je opvattingen en je gedrag te veranderen.’ De opdrachten in het boek zijn gebaseerd op praktijkervaringen van de auteurs. ‘Ik ging naar de school van mijn kind voor een gesprekje’, vertelt Brokken. ‘En de docent zei tegen mijn dochter: “Waar gaat het niet goed met jou op school?” En ik dacht: wat gebeurt er eigenlijk als je iemand op die manier benadert? Mijn dochter viel helemaal stil en wist niet meer wat te doen. Het gesprek erna verliep erg stroef het zelfvertrouwen van mijn dochter was weg.’


Ongenuanceerde feedback
Brokken is ook docent aan de Stenden Hogeschool Leeuwarden en merkt daar dat jongeren het vaak moeilijk vinden om feedback te geven wanneer ze op een stageplek werken. ‘Ik heb gesprekken gehad met stagebegeleiders die zeiden: “De student neemt geen initiatief.” En die jongere zei dan tegen mij: “Wat moet ik dan zeggen? Ze zijn ouder en hebben meer ervaring.” Maar als je ergens tegenaan loopt en er niets over zegt, krop je je emoties op. Als je iets op een goede manier kunt brengen, mag je dat ook doen.’

Maar ook daar gaat het nog wel eens mis. Volgens Brokken geven jongeren vaak ongenuanceerde feedback die negatief is. Je kunt beter duidelijk en specifiek zijn. ‘Een voorbeeld van goede feedback is: “Doordat je meerdere keren uit het raam keek, kreeg ik de indruk dat je niet luisterde en niet erg geïnteresseerd was.” Maar jongeren zeggen eerder: “Je kijkt altijd naar buiten.” En dan krijg je discussie over het woordje ‘altijd’.’


Verkeerde interpretaties
Daarnaast loopt feedback vaak vast op interpretaties. ‘Je moet die baseren op wat je feitelijk ziet’, zegt Brokken. ‘Als iemand zich afwendt, kun je denken: hij luistert niet. Maar het kan ook een heel andere reden hebben.’ Zelf gaf hij een keer een presentatie waarbij een man op de voorste rij telkens ‘nee’ schudde. ‘Ik betrok dat op mezelf, ik had het gevoel dat ik iets verkeerd deed en vergat de rest van het publiek. Toen ik er achteraf naar vroeg, reageerde hij heel verbaasd. Hij schudde steeds met zijn hoofd omdat hij zich druk maakte over allerlei dingen, zoals een oppas voor zijn kind.’

Een jongere die geen initiatief durfde te nemen op zijn stageplek vertelde Brokken dat hij zich niet serieus genomen voelde en daarom niets meer zei. ‘We hebben er met de stagebegeleider over gesproken en die voorbeelden teruggehaald. Daarmee zijn we aan de slag gegaan. En na afloop liep hij heel anders en veel vrolijker het kantoor binnen. Collega’s moesten tegen hem zeggen: “Zou je niet eens naar huis gaan?”’


Niet oordelen
Als je als hulpverlener of docent met jongeren werkt en ze wilt leren hoe ze zichzelf moeten presenteren, zeg dan niet hoe het moet, is het advies van Brokken. ‘Vel geen oordeel, maar laat de jongere zelf ervaren hoe het publiek reageert. Laat de jongeren die luisteren feedback geven. Als begeleider houd jij het proces in de gaten en ga je met vragen aan de slag.’ Barkmeijer voegt eraan toe: ‘Kijk goed naar de groep: wie heb je voor je? Wees creatief en flexibel, improviseer en speel in op wat er gebeurt.’


De schrijvers van ‘Werk aan je winkel’ hebben de praktische werkvormen in hun boek gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. ‘Het boek is heel laagdrempelig, we hebben het geschreven voor trainers, hulpverleners en docenten’, zegt Barkmeijer. Brokken voegt eraan toe: ‘Het effect is groot bij jongeren. Je ziet heel snel verandering. Na afloop durven ze het gesprek aan te gaan op een manier waar iedereen zich prettig bij voelt.’


Meer informatie over het boek 'Werk aan je winkel'

 

 



Naar homepage


Kirsten Ronda,

Relevante categorieën: