Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

Je zou het maar zijn… Trauma, wat doet het met je?

Opgroeien in een gezin waarvan ze vermoedde dat haar moeder niet haar echte moeder was, met het gevoel dat haar ‘tante’ haar moeder was. Ondertussen steeds door haar worden aangetrokken en afgestoten, waarna zij uit beeld verdween. Vervolgens ook nog haar vader, met wie zij een hele goede relatie had, gedurende tien jaar vaak vele maanden moeten missen. Dit maakt een kind kwetsbaar. Daardoor kon het gebeuren dat een kapelaan die haar gezin “hielp” haar misbruikte.
Je zou het maar zijn… Trauma, wat doet het met je?

Het overkwam Ankie Driessen (66 jaar), ervaringsdeskundige, samensteller en eindredacteur van het Praktijkboek Psychotrauma.

“Ik ben niet opgevoed door mijn echte moeder. Nog steeds moet ik gokken wie mijn moeder is, al heb ik wel bijna zekerheid. Ik heb mijn echte moeder wel in m’n baby- en kindertijd meegemaakt, maar steeds weer moest ik afscheid nemen van haar. Dat is traumatisch geweest. Je voelt als kind dat iemand meer is dan alleen maar een tante. Daarnaast had ik een vader die het niet zo nauw nam met de vrouw bij wie ik ben opgegroeid. Gevoelsmatig had ik niets met haar. Bij de ene zus ben ik opgegroeid en bij die andere ben ik verwekt.

Doordat er thuis grote problemen waren, was ik kwetsbaar. Daardoor kon het gebeuren dat een kapelaan die ons gezin “hielp” mij seksueel misbruikte. Mijn zus heeft hij niet misbruikt. En dat is niet zo gek, want ik was door de afwijkende moederrol en het gemis van mijn vader de meest kwetsbare. Alles bij elkaar voldoende redenen om trauma’s te ontwikkelen.”

Heftig. Ik kan me wel voorstellen dat je daar een knauw van hebt gehad.

“Nou ja, dat wist ik natuurlijk niet. En de knauw kreeg ik omdat mijn ‘tante’ (waarvan ik het gevoel had dat zij mijn biologische moeder was) steeds weer uit beeld ging. Dat deed heel veel pijn. En later kreeg ik de knauw omdat mijn vader zich zo gedroeg, waar ik me juist aan had opgehangen, omdat mijn biologische moeder zich zo afstandelijk gedroeg. En toen het misbruik nog.”

Ben je daar op dat moment mee naar buiten gekomen?

“Nee, dat had geen zin. Niet in dit geval, in 1958 toen de kerk heilig was. Niemand had me geloofd. Dat hoor je met veel kinderen, die worden niet geloofd of ze worden gestraft. ‘De buurman of opa doet zoiets niet,’ hoor je dan. Als het opa of die aardige buurman aangaat is het soms ook heel moeilijk te geloven. Bij mij is het uiteindelijk uit me getrokken in een therapie toen ik een jaar of 32 was. Ik deed veel therapie, een groot deel van mijn leven al. En toen kwam dat er onder druk uit.”

Als een oplossing ziet Ankie Driessen het niet. “Nee, want ik had grote problemen. Trauma dat veroorzaakt is zet je hele leven op zijn kop en zorgde in mijn geval, en veel andere gevallen, voor dissociatie. Het is noodzakelijk om te overleven, maar je zit helemaal niet in de werkelijkheid.

Is er wel een oplossing?

“Als er tijdig wordt ingegrepen wel. Als kinderen het durven te vertellen, serieus genomen worden, ouders openstaan en signalen worden opgevangen dan is er een oplossing ja. Je kunt natuurlijk nooit alles uitsluiten, maar dan zal er wel meer voorkomen kunnen worden.”

Wat is het doel van het Praktijkboek Psychotrauma?

“Ik wil dat meer mensen op de hoogte zijn van trauma en dat doordringt wat de gevolgen kunnen zijn, voornamelijk op de lange termijn. Behandelaars moeten weten wat er kan leven in een kind of de volwassene. Dan pas kunnen dingen sneller worden opgespoord en kan iemand geholpen worden. Tegenwoordig bestaan er goede behandelprogramma’s, maar kinderen worden niet snel aangemeld voor behandeling. Voor volwassenen is het vaak moeilijk de juiste therapeut te vinden. Dat is werkelijk doodzonde, want elke dag is winst. Zelf kon ik daardoor pas echt meer ontspannen gaan leven vanaf m’n 55ste jaar.

Als je veel hebt meegemaakt maar het vooral achter de rug hebt, heb je vaak voldoende kennis om over een en ander mee te praten. Je begrijpt sneller wat anderen met problemen bedoelen. Zelf zocht ik vanaf mijn tienerjaren al naar boeken over kinderen met problemen als ik zelf, maar ik vond niet wat ik nodig had. Daarom ben ik zelf gaan schrijven.”

Trauma, wat doet dat met je?

“Als kind – en vaak later ook als volwassene – word je behoorlijk uit balans gebracht. Je voelt veel ellendige dingen van binnen, maar weet niet wat het is. Je kunt er ook niet over praten dus het is een zeer eenzaam bestaan. Komt er geen oplossing, dan escaleert het steeds verder, ga je afwijkend gedrag vertonen en geeft het andere problemen in bijvoorbeeld relaties of werkverbanden.

Aan geestelijk lijden zit ook een andere kant, namelijk het somatische. Lichaam en geest zijn één, daarom lijdt je lichaam net zo hard mee. Als kind was ik lichamelijk al veel ziek, maar ook toen ik ouder was reageerde mijn lichaam op de stress en spanningen. Je immuunsysteem wordt namelijk ook aangetast. Vooral vanaf het moment dat mijn geest iets rustiger werd (vanaf ongeveer mijn 55e jaar) knalde de lichamelijke klachten als een soort boemerang naar buiten. Onder meer heb ik verschillende reumavormen en spastische darmen. Gelukkig wordt nu steeds meer onderkend dat het lichaam ook een dreun krijgt als gevolg van trauma. Daar zou vanaf het begin van een behandeling veel meer naar gekeken moeten worden. Nu kreeg ik na keihard geestelijk werken de lichamelijke dreun na. ”

Wat zijn de korte- en langetermijngevolgen van wat je hebt meegemaakt op jou geweest?

“Op korte termijn was het vooral het ellendige gevoel van binnen. Doodongelukkig zijn en ook heel twijfelachtig en onzeker. Door het misbruik kwam mijn seksualiteit ongewenst vroeg op gang, wat resulteerde in het feit dat ik ook vrij jong begon aan seks. Vanaf mijn tiener- en puberjaren, dissocieerde ik en leefde ik totaal niet meer in de werkelijkheid. Bovendien werd er rond 1985 vastgesteld dat ik bipolaire stoornis had, wat mogelijk tot uiting is gekomen als gevolg van het ontwikkelde trauma. Dit alles kostte later ook mijn huwelijk en stimuleerde mijn beslissing geen kinderen op de wereld te zetten, hoewel ik er dol op ben.”

Wat is de reden daarvan?

“Dat het gewoon niet verantwoord is. Als je niet goed functioneert, hoe kan je dan een moeder zijn? Als je altijd depressief in je bed ligt, hoe kan je dan voor een kind zorgen? Dat kan niet. Ook tussen mijn man en mij hebben mijn trauma’s er altijd tussen gestaan. En dan heb ik nog geluk gehad. Als ik hem niet was tegengekomen had ik allang niet meer geleefd, dat weet ik zeker. Hij had zoveel geduld, dat zou geen enkele man hebben gehad. Maar hij kon het natuurlijk niet oplossen. Het was niet op te lossen. Maar hij heeft wel constant mijn hoofd boven water gehouden. Dat was mijn redding, maar zijn ondergang. Hij leeft inmiddels al ruim tien jaar niet meer. Je ziet ook altijd, de een heeft zorg nodig en de ander geeft zorg. Degene die zorg geeft heeft echter net zoveel nodig als de ander, maar dat komt er dan niet uit in een relatie.”

Leiden alle vormen van (kinder)mishandeling tot trauma?

“Nee gelukkig niet. Meestal moet iets vaker gebeuren en voor langere tijd. Dan heb je grote kans op een trauma en verdere gevolgen daarvan. Het scheelt ook wie het kind mishandelt of misbruikt. Hoe dichter degene bij het kind staat, des te harder wordt de vertrouwensband aangetast.”

Is er een manier waarop ouders misbruik met hun kinderen bespreekbaar kunnen maken?

“Het taboe moet eraf. Op school en thuis moet aandacht aan het onderwerp worden besteed. Ouders, leerkrachten en huisartsen kunnen in het Praktijkboek Psychotrauma lezen wat trauma kan doen met een kind. Veel mensen weten wel dat bepaalde gebeurtenissen niet goed zijn voor het kind, maar die hebben geen idee wat het kan doen. Als ze de signalen beter kennen kan mishandeling en/of misbruik vaker worden voorkomen.”

Wat zou je als ervaringsdeskundige willen zeggen tegen mensen in hetzelfde ‘schuitje’?

“Blijf geen dag langer rondlopen met serieuze problemen. Het ettert alleen maar door. Zoek hulp. Soms kom je pas na vijf of tien behandelaars bij de juiste behandelaar terecht. Doorgaan dus en jezelf serieus nemen. De omgeving denkt nogal eens dat je je aanstelt is mijn ervaring. Toch doorknokken.”

En tegen hun omgeving?

“Niet bagatelliseren en een lief, positief gebaar maken. Verdiep je in de problematiek, alleen dan kan je iets betekenen voor de ander die het moeilijk heeft. Het leven is vaak deels of volkomen verziekt en daardoor een echte lijdensweg. Kennis en voorlichting kan hier goed bij helpen.”

 

Meer informatie over het Praktijkboek Psychotrauma vindt u op www.swpbook.com/1973



Naar homepage