Het Huis van de Sociaal werker beschrijft het sociaal werk als essentieel beroep in het veranderende sociaal domein. Het is de basis voor het nieuwe Beroepsregister sociaal werk en betere afstemming tussen de beroepspraktijk en het onderwijs.
In de lift
Het sociaal werk zit als beroepsgroep flink in de lift door de decentralisaties en de wijkteams. De 37.200 sociaal werkers vinden dat iedereen in de samenleving recht heeft op een goede kwaliteit van leven. Ze stimuleren maatschappelijke verandering en werken aan het bevorderen van het welzijn van mensen. Ze creëren mogelijkheden waardoor individuen en hun netwerk en groepen burgers hun eigen kracht kunnen inzetten en vergroten. Waar dit niet kan, bieden sociaal werkers langdurige ondersteuning aan zeer kwetsbare mensen.
Geuzennaam
In de 120-jarige geschiedenis van het sociaal werk ontstond een bonte waaier van beroepsgroepen, functiegroepen en specialismen: van maatschappelijk en opbouwwerkers, buurtcoaches van ouderen of jongeren tot brede wijkteamwerkers of gespecialiseerde sociaal raadslieden. Ze handelen allemaal vanuit maatschappelijke betrokkenheid en volgens de uitgangspunten van de Wmo. Door de geuzennaam sociaal werker wordt landelijk duidelijk dat het hier gaat om professionals die staan voor het welzijn van burgers en buurten.
Goed vakmanschap
Om dat ingewikkelde vak op hoog peil te houden rust het Huis van de Sociaal werker op een fundament van vier bouwstenen: vakkennis, visie op mens en samenleving, persoonlijke kernkwaliteiten en (samen)werken in de lokale context. Dit fundament hebben sociaal werkers gemeen én het onderscheidt hen van bijvoorbeeld zorgprofessionals. Organisaties en werkgevers, en sociaal werkers zelf, werken samen voortdurend verder aan de kwaliteit van dit fundament. Burgers moeten immers kunnen uitgaan van kwalitatief goed vakmanschap.
Actieprogramma
Het document Huis van de Sociaal werker is een initiatief van het Actieprogramma Professionalisering W&MD, een samenwerkingsverband van de BPSW (voorheen NVMW), BVJong, vakbonden FNV en CNV zorg en welzijn, Mbo-raad, Vereniging Hogescholen, werkgevers sociaal werk MOgroep en Movisie.
Bron: MO Groep