Vakblad voor sociaal professionals
en het sociaal domein

De brede sociale professional is de nieuwe norm - of?

Het zijn turbulente tijden voor identiteitsgebonden sociale professionals. De kans is groot dat ieders visitekaartje opnieuw kan worden vormgegeven, want wie kent straks nog de maatschappelijk werker of (HBO)-pedagoog?
De brede sociale professional is de nieuwe norm - of?

Het is een discussie die al langer speelt: in hoeverre moeten we in onze samenleving vasthouden aan beroepen als maatschappelijk werker, pedagoog, opbouwwerker en sociaal-cultureel werker? Wat voegt die specifieke deskundigheid toe in een samenleving die generalisten wil? Toch is het maar de vraag of met de breed in te zetten sociale professional de eigen identiteit niet helemaal verwatert.
 

De vereniging van maatschappelijk werkers is opgericht in 1947 en probeerde haar verbreding in 1978 in de Nederlandse Organisatie van Welzijnswerkers te realiseren met de opname van de vereniging van opbouwwerkers 'De eenzame fietser' en de verenigingen van Sociaal Cultureel Werkers en Sociale Dienstverleners. Die integratie duurde 10 jaar en plofte in 1988 uit elkaar. Voornaamste reden hiervoor was dat de maatschappelijk werkers zich niet meer konden vinden in een breed profiel. Zij waren immers ook het meest geprofessionaliseerde beroep met een flinke beroepscode, klacht- en tuchtrecht. En zeker het zgn. ingebouwde maatschappelijk werk (bedrijfs-, ziekenhuis, en schoolmaatschapplijk werk) voelde zich niet langer thuis in een brede en vagere vereniging. Met die opheffing van de NOW verdwenen de eerder aangehaakte verenigingen van het toneel.
 

In de jaren 90 werd via de hogescholen enkele vakgerichte opleidingen (HBO-Jeugdwelzijn en HBO-Inrichtingswerk) samengevoegd in de nieuwe beroepsopleiding SPH. En in het beroepenveld werden kleinere verenigingen langzaamaan samengevoegd via de stichting Vijfbergen richting een generieke beroepsvereniging Phorza waarin pedagogen, sociotherapeuten, groepsleiders en activiteitenbegeleiders onder één paraplu werden gezet. Uiteindelijk bleek dit kwantitatief geen succes en werd de vereniging opgeheven. De wens van de NVMW om deze agogen te integreren in de eigen vereniging liep ook op niets uit. 
 

Deze week presenteert de NVMW haar nieuwe naam en zij zal waarschijnlijk het woord 'maatschappelijk werk' uit de titel halen. Zal dit leiden tot de realisatie van een grote krachtige vereniging van professionals? Of is het een herhaling van de gebeurtenissen in 1978? De voortekenen lijken niet gunstig, omdat er steeds minder belang wordt gehecht aan het aansluiten bij een vereniging die geen herkenbare identiteit kan leveren. Het opereren van beroepsregisters zoals registerplein en jeugdzorgregistratie los van de beroepsvereniging, maakt overleving op termijn moeilijk.
 

En inmiddels zijn ook de hogescholen al druk in de weer met het herzien van de opleidingsprofielen. Vorig jaar verscheen het rapport Meer van Waarde, waarin wordt voorgesteld nog maar drie profielen in de opleiding te hanteren: integraal sociaal werk, sociaal werk langdurige zorg (ouderen gehandicapten, etc.) en sociaal werk in het brede jeugddomein. De ooit zo bekend klinkende woorden maatschappelijk werk, sociaal pedagogisch hulpverlener of pedagoog komt in dit nieuwe driestromenland niet meer voor.  Verandering is beweging, en beweging is natuurlijk goed - alleen moet er ook voor gewaakt worden dat het kind niet met het badwater via het afvoerputje verdwijnt. Natuurlijk zal enerzijds de transitie naar gemeenten die dit jaar is ingezet eerder vragen om generalisten, maar het kennisdomein is anderzijds zo veelomvattend dat dit niet in één generalist kan worden ondergebracht. Het werken in de transitie trekt nu veel aandacht naar zich toe en lijkt de maat der dingen te worden. En daarbij wordt voorbij gegaan aan het werk van de pedagogen, residentieel werkende SPH'ers, maatschappelijk werkers in ziekenhuizen, scholen en bedrijven die kennistechnisch meer baat hebben bij specialisatie en een herkenbaar profiel. 
 

Maar de trend is gezet en de consensus in het beleid is groot. Nu nog even afwachten wat het gaat betekenen voor de kwaliteit van het uitvoerend werk en de opstelling aan de basis: uiteindelijk gaat het daarom.

 

 

 

 

 

 

 



Naar homepage